I can’t breathe (5)
door lievendebrouwere
Na de dood van George Floyd kwamen overal in Amerika – zwarte zowel als blanke – mensen op straat om te protesteren tegen het gewelddadige optreden van de politie. Als slogan gebruikten ze de laatste woorden van het slachtoffer: I can’t breathe. Al snel werden de protesten gewelddadig en veranderden in rellen, brandstichtingen en plunderingen. Ook de slogan veranderde, het werd BlackLivesMatter en de woede richtte zich niet langer alleen tegen politiegeweld maar tegen racisme in het algemeen. Pas toen president Trump dreigde om het Amerikaanse leger in te schakelen, kwam er een eind aan het oproer, of beter gezegd: het veranderde van richting en viseerde nu … standbeelden. Overal werden beelden van echte of vermeende racisten en slavendrijvers beklad, beschadigd of zelfs neergehaald. De beeldenstorm sloeg over naar Europa en nam in eigen land de vorm aan van het vandaliseren van standbeelden van Leopold II, de kolonisator van Kongo.
De dood van George Floyd werd onmiddellijk in verband gebracht met het racisme van de blanke Amerikanen, hoewel daar geen concrete aanwijzingen voor bestonden. In eigen land wordt de dood van ‘miljoenen’ Kongolezen onder het koloniale bewind van Leopold II in verband wordt gebracht met het racisme van de Belgen. Maar wie racisme zegt in België, denkt automatisch aan de Vlamingen. In Franstalig België zijn immers geen rechtse of extreemrechtse partijen die openlijk ‘racistische’ overtuigingen aanhangen, terwijl ze in Vlaanderen de helft van de bevolking vertegenwoordigen. België bestaat uit rechtse, racistische Vlamingen en linkse, antiracistische Franstaligen: dat is zo’n beetje het beeld dat in Franstalig België leeft, en dat ook in Vlaanderen gretig wordt overgenomen door antiracisten en dekolonisators. Het wordt niet met zoveel woorden gezegd, maar het zijn in de eerste plaats de Vlamingen die zich moeten verantwoorden voor de ‘genocide’ van Leopold II.
Het zou interessant zijn om eens na te gaan of er in de Franstalig-Belgische media ook zoveel jonge, boze, zwarte intellectuelen aan het woord komen en of ze even ongeremd hun gal (mogen) spuwen op de Franstalige Belgen. Dat is weinig waarschijnlijk, want als het gaat om het erkennen van de eigen fouten staan de Franstaligen – in tegenstelling tot de Vlamingen – niet op de eerste rij. Hoe dan ook, in de Vlaamse pers draait de culpabiliseringsindustrie op volle toeren en wordt er onophoudelijk gehamerd op het racisme van de Vlamingen. Zoals een jonge Kongolees onlangs in de krant verklaarde: alle luxe en rijkdom die we hier genieten, alle kansen die ons geboden worden, wegen niet op tegen het racisme waarmee we dagelijks geconfronteerd worden. Vlamingen zijn een dankbaar mikpunt voor de zwarte woede, want ze verzetten zich niet, ze buigen het hoofd en slikken alle beschuldigingen. Dat kun je nu eenmaal verwachten van een volk dat al eeuwenlang wordt … gekoloniseerd.
De ironie wil inderdaad dat in ons land momenteel twee groepen tegenover elkaar staan die allebei nazaten zijn van mensen die op hetzelfde moment door dezelfde dwingeland – Leopold II, koning der Belgen – gekoloniseerd, vernederd en uitgebuit werden. De Vlaamse bevolking leefde aan het eind van de 19de eeuw in mensonwaardige omstandigheden. Mensen stierven aan de lopende band. ‘De Vlaamse ziekte’ was een uitdrukking die in heel Europa bekend was. Ze betekende: kreperen van honger en ellende. Daarom noemt men de Vlamingen wel eens ‘de negers van Europa’. In hartje Europa speelden zich dus vergelijkbare taferelen af als in hartje Afrika: twee volkeren – het ene blank, het andere zwart – werden op eenzelfde schandalige manier behandeld. Het is een dubbelbeeld waarover nooit gesproken wordt. Tegen de behandeling van het Kongolese volk werd en wordt luidop geprotesteerd, maar over de behandeling van het Vlaamse volk wordt nog altijd met geen woord gerept.
Sinds de dood van George Floyd duiken in de media overal jonge Kongolezen op die de Belgen – en dus vooral de Vlamingen – dringend aanmanen in het reine te komen met hun koloniale verleden. Het is een typisch voorbeeld van een verwarrende ahrimaanse omkering. In abstracto hebben deze zwarte intellectuelen overschot van gelijk: de Belgen en de Vlamingen moeten inderdaad leren hun (onderlinge) koloniale verleden onder ogen te zien en ophouden het debat daarover uit de weg te gaan. Maar in concreto vergissen de jonge zwarten zich zoals alleen jongeren dat kunnen: ze richten hun verwijten uitgerekend aan het volk dat – net als het hunne – slachtoffer was (en nog altijd is) van het Belgische kolonialisme. Ze willen een volk ‘dekoloniseren’ dat al eeuwenlang gekoloniseerd wordt en ook vandaag nog behandeld wordt als quantité negligeable. Enkele jaren geleden bestempelde een Franstalige Belgische minister de Vlamingen nog als ‘ongedierte’. Je kan net zo goed proberen de joden te denazificeren.
Deze zwarte intellectuelen beseffen niet dat Ahriman hen dingen laat zeggen waarvoor ze zich diep zouden schamen als ze er zich bewust van waren. Maar dat is juist het probleem: ze zijn niet woke, ze lijden aan de slaapziekte, net als hun blanke collega’s. Want de Vlaamse intellectuelen doen precies hetzelfde: ze beschuldigen een volk dat met de kolonisering van Kongo niets te maken had, behalve dan dat het missionarissen uitzond die in Kongo scholen bouwden en de bevolking leerden lezen en schrijven. Deze idealistische Vlamingen legden dus de basis voor de ontwikkeling van de zwarte intellectuelen die ons vandaag de huid vol komen schelden. Het doet onwillekeurig denken aan de paters en zusters die bij de ‘bevrijding’ van Kongo werden verkracht en vermoord door de kinderen die ze zelf hadden opgevoed. En nu komen de nakomelingen van die kinderen ons verwijten dat we moordenaars en verkrachters zijn. Het zou lachwekkend zijn als het niet zo beschamend was.
Het dubbelbeeld van twee volkeren – een blank en een zwart – die allebei gekoloniseerd werden door België bestaat nog altijd. Vlaanderen, dat 100 jaar geleden enkel nog bestond uit een verzameling armoedige dorpen waar ongeletterden in primitieve omstandigheden probeerden te overleven (de rest van het land was volkomen verfranst) is vandaag een welvarend volk geworden dat er op eigen houtje voor zorgt dat het hele Belgische koninkrijk kan blijven bestaan. Maar dit rijke Vlaanderen wordt nog altijd onderdrukt, uitgebuit en vernederd alsof er niks veranderd is. Ook Kongo bestond honderd jaar geleden uit een verzameling primitieve stammen die in armoedige hutten woonden en voortdurend met elkaar vochten. Dankzij de kolonisatie werden ze een beschaafd en welstellend volk, maar ook zij worden vandaag nog altijd uitgebuit en gekoloniseerd, dit keer niet door Leopold II maar door hun eigen corrupte politici. En door de Chinezen natuurlijk (die heel wat racistischer zijn dan de blanken).
Daar hoor je de jonge Kongolese intellectuelen echter nooit over klagen. Ze richten hun pijlen liever op de Vlamingen: dat is zoveel gemakkelijker en zoveel veiliger en het brengt ook zoveel meer op. Want dankzij hun dekoloniserende ideologie kunnen zwarte academici hier vlot aan werk raken, boeken publiceren, in de media verschijnen, hoogleraar worden en zelfs politicus, allemaal zaken die in Kongo, dat intussen het armste land van de wereld is geworden, op zijn minst problematisch zijn. Bovendien hebben ze een concreet doel: geld. Ze willen herstelbetalingen afdwingen, nog méér herstelbetalingen, want België heeft in de loop der jaren al vele miljarden euro’s betaald aan Kongo, euro’s die hoofdzakelijk uit Vlaamse zakken kwamen en waarvan het zeer de vraag is of ze het Kongolese volk ooit bereikt hebben. De Rutazibwa’s, Nsayi’s en Etambala’s die ons onze koloniale geschiedenis ‘door de strot willen duwen’ zoals ze zelf zeggen, zijn geen haar beter dan de corrupte politici die Kongo weer tot de bedelstaf hebben gebracht.
Nog onverkwikkelijker is de waarheid dat hun jonge Vlaamse collega’s precies hetzelfde doen. In plaats dat ze hun volk helpen een eind te maken aan de reeds eeuwenlange kolonisatie door Franstalig België, doen ze net het tegenovergestelde: ze collaboreren met de kolonisator. Ze vervoegen het Franstalige scheldkoor en stemmen in met zijn grootste succesnummer: het beschuldigen van de Vlamingen van … collaboratie. Wee degene die tegen dit beschuldigingskoor durft in te gaan! Hij wordt terstond afgebeeld met nazi-uniform en Hitlersnor. Het is altijd weer hetzelfde beeld dat opduikt: de dief die roept ‘houdt de dief!’ nadat hij zijn slag heeft geslagen. De kolonisator beschuldigt de gekoloniseerde van kolonisatie, de collaborateur scheldt de gedupeerde uit voor collaborateur, de schuldige geeft de schuld aan de onschuldige: het zijn allemaal variaties op het thema dat zowel door de Kongolese als de Vlaamse intellectuelen bespeeld wordt: beschuldigen om niet beschuldigd te worden.
Dat zwarte intellectuelen de Vlamingen komen beschuldigen van kolonialisme en racisme is een daad van agressie die met veel vertoon van geleerdheid en verontwaardiging gecamoufleerd wordt. Maar dat soort dingen zijn van alle tijden. De Europeanen deden net hetzelfde toen ze Afrika koloniseerden: onder de vlag van de beschaving der volkeren vielen ze gewoon een ander land binnen. De geschiedenis staat bol van daden van agressie. Meestal zijn ze echter gericht tegen andere landen, andere volkeren, andere rassen. Wat de agressie van de Vlaamse intellectuelen uniek maakt, is dat ze gericht is tegen het eigen volk. Er bestaat waarschijnlijk geen tweede voorbeeld van een intellectuele klasse die zich zo massaal en zo openlijk tegen haar eigen volk keert, ja die dat volk zonder meer haat. De Vlaamse intellectuelen die de media bevolken lijken – net als hun gekleurde collega’s – maar één levensmissie te hebben: het beschuldigen, kleineren en verdacht maken van het Vlaamse volk.
Ze zullen dan ook nooit een woord van protest laten horen tegen de kolonialistische aanmatiging van de zwarte intellectuelen. Ze zullen nooit een vinger uitsteken om de rechten van de Vlamingen te verdedigen, of zelfs maar die van waarheid. Mensen als David Van Reybrouck zijn enthousiast over de recente spijtbetuigingen van koning Filip, ze noemen het een historische gebeurtenis hoewel ze heel goed weten dat die spijtbetuigingen een opstap zijn naar excuses en herstelbetalingen die zullen moeten worden opgehoest door de Vlamingen. De negertjes van Europa moeten maar een beetje harder werken, denkt Van Reybrouck waarschijnlijk. En zo denkt ook koning Filip, die daarmee in de voetsporen van zijn grootvader treedt. Zo blijft de geschiedenis zich herhalen, zo blijft het kolonialisme zich voortplanten. Nog altijd – en zelfs meer dan ooit – zijn er mensen die zichzelf zo superieur wanen dat ze het recht menen te hebben anderen – die ze als inferieur beschouwen – te beschuldigen, te onderdrukken en uit te buiten.
Er is met andere woorden niks veranderd, behalve dat de moderne kolonisators degenen die ze willen koloniseren ervan beschuldigen … kolonisators te zijn. Dat hebben de klassieke kolonisators nooit gedaan, het kwam geen moment in hen op de arme, ongeletterde Kongolezen kolonisators te noemen en hen ervan te beschuldigen zichzelf superieur te wanen aan de blanken. Dat zou wat al te belachelijk zijn geweest. Toch is dat precies wat de moderne kolonisators doen: ze keren de zaken helemaal om. En die omkering is hun wapen: ze koloniseren mensen door hen ervan te beschuldigen kolonisators te zijn en zichzelf voor te stellen als hun slachtoffers. Dat is een zo perfide leugen dat niemand weet hoe hij er zich tegen moet verweren. Ieder protest wordt immers gecounterd met de – verontwaardigde – uitroep: nu hebben de kolonisators ook nog eens het lef ons ervan te beschuldigen … kolonisators te zijn! Op die manier ontstaat er een spiegelpaleis waar iedereen tegen iedereen op botst en niemand nog de uitgang vindt.
De Rutazibwa’s, Nsayi’s en Etambala’s herkennen zichzelf in de Vlamingen. Ze herkennen een volk dat – net als het hunne – gekoloniseerd werd en nog altijd wordt. Die onbewuste herkenning is de motor van hun hele dekoloniseringsstreven. Ze willen een eind maken aan een dubbel onrecht dat maar blijft voortduren. Het is dus een nobel streven dat hen drijft en dat beide volkeren tot bondgenoten maakt in de strijd tegen kolonisering. Maar doordat de herkenning niet doordringt tot hun bewustzijn, keert dit bondgenootschap om tot vijandschap. Mensen die eenzelfde lot delen en elkaar dus zouden moeten begrijpen en steunen, worden tegen elkaar opgezet en gaan in toenemende mate zelf belichamen wat ze (menen te) bestrijden: de koloniale mentaliteit. Het is onmogelijk om in Vlaanderen te leven en je niet bewust te worden van het Franstalige kolonialisme dat de Vlamingen in de tang houdt. Maar de Kongolese intellectuelen onderdrukken die bewustwording omdat ze anders hun macht en hun privileges verliezen.
Dit onderdrukken van de bewustwording is ook het probleem van de Vlaamse intellectuelen. Het is het probleem van de moderne intellectuelen tout court. De geestelijke arbeid – waaraan zij zich ongestoord kunnen wijden dankzij de handenarbeid van de bevolking – opent hen de ogen voor de onderdrukking van die bevolking, een onderdrukking waaraan ze zelf meewerken. Ze worden met andere woorden geconfronteerd met hun eigen ‘kolonialisme’, hun eigen machtsstreven. En dat plaatst hen voor een morele keuze: ofwel diepen zij dit inzicht verder uit en worden ze zich bewust van de machtsrelatie tussen de bevolking en haar intellectuelen, ofwel onderdrukken ze die bewustwording en blijven daardoor ook de bevolking onderdrukken. Welke keuze ze maken, toont de beeldenstorm die nu aan de gang is. Het beeld van Derek Chauvin die George Floyd langzaam verstikt, is een spiegel waarin de intellectuele klasse zichzelf (onbewust) herkent. Daarom slaat ze nu alle spiegels stuk. Het is le trahison des clercs in actie: de weigering van de intellectuelen om in de spiegel te kijken.
Wat betekent dat eigenlijk: “…de Belgen en de Vlamingen moeten inderdaad leren hun koloniale verleden onder ogen te zien en ophouden het debat daarover uit de weg te gaan”. Ik ben een ‘Belg’ en een ‘Vlaming’ maar heb ik daarom een ‘koloniaal verleden’? De kern van de misleiding is juist, dat men individuen verantwoordelijk stelt voor wat ‘hun groep’, ‘hun natie’ of ‘hun volk’ in het verleden zogezegd ooit heeft uitgespookt (kan een ‘groep’, een ‘natie’ of een ‘volk’ als zodanig wel iets uitspoken?), ook al hebben zijzelf in hun individueel leven daarmee niets te maken. ‘Ik’ ben een individu, en geen exemplaar van de categorie ‘Belgen’ of de categorie ‘Vlamingen’; ‘ik’ heb nooit een voet in Afrika gezet; hoe kan ‘ik’ dan een ‘koloniaal verleden’ hebben?
Een ander probleem met dit soort redeneringen is dat men noodzakelijkerwijs selectief te werk moet gaan. Misschien staat mijn diepere stamboom in Nederland of in Spanje; ben ik dan verantwoordelijk voor het ‘koloniaal verleden’ van Nederland of Spanje? En hoe zit het eigenlijk met ‘Kongo’ zelf? Welke rijken en rijkjes bestonden daar, wie maakte wie tot slaaf enz. Moeten de mensen met Afrikaanse stamboom die in Europa leven dan ook niet hun eigen stamboom gaan uitpluizen, nagaan wiens groep wiens andere groep heeft onderdrukt, en navenant verontschuldigingen stamelen en reparaties betalen? Waarom moet de ene zich wel verantwoorden voor zijn stamboom en de andere niet? En wat wanneer die stamboom ten dele in Europa staat en ten dele in Afrika; moet de linkerkant van de betrokkene zich dan verontschuldigen tegenover de rechterkant?
Dit soort nepredeneringen zijn te gek om los te lopen.
Maar ze lopen niettemin los, en de gevolgen zijn desastreus.
De verwarrende kracht van dit soort redeneringen ligt in het feit dat ze waar zijn, maar niet op het gebied waarop ze betrokken worden. Vlamingen en Belgen moeten niet in het reine komen met hun koloniale verleden in Kongo, maar wel met hun onderlinge verleden dat nog altijd volop speelt en dat eveneens ‘koloniaal’ van aard is. Vlaanderen is nog altijd een kolonie van België en zolang dat niet opgeklaard wordt, krijg je de toestanden die we allemaal kennen. Het heeft iets beschamends dat Kongolezen ons dat moeten komen vertellen (zonder dat ze zich daar overigens bewust van zijn). Ze zijn pionnen in een groot schaakspel dat eigenlijk esoterisch geduid moet worden. Zonder dat ze het beseffen, wijzen ze ons op karmaonderzoek. Ik heb zelf ondervonden hoe belangrijk het is om je eigen verleden te leren kennen, niet om het te veroordelen of te glorifiëren, maar om er de geestelijke, karmische dimensie van te leren kennen. Dat geldt niet alleen voor je individuele verleden, maar ook voor het verleden van het volk waartoe je behoort, en voor de Europese beschaving waarin je leeft. Alleen wanneer de dekoloniseringsrage op deze manier begrepen wordt, kan ze vruchtbaar worden en kan een kwaad in een goed worden omgezet. Wat vandaag overal gebeurt, is het omgekeerde: goed wordt in kwaad omgezet omdat het op het verkeerde gebied werkzaam is. Het is goed om dat in gedachten te houden: al het kwaad dat vandaag de wereld overspoelt, is in wezen het goede dat op de verkeerde tijd en plaats werkzaam is. Aan ons om dat kwaad zijn juiste plaats te geven zodat het weer goed wordt.
Interessante blog heb je Lieven, mijn complimenten daarvoor.
Je hebt zo te zien een mooie beschrijving van de Jungiaanse -ik weet niet of er veel verschil is met die van de andere “klassieke psychologen”- notie van het projectie mechanisme beschreven. Wederom een denker uit de negentiende eeuw die ons ideeën heeft nagelaten over “het geestelijke” die behoorlijk bruikbaar blijken te zijn. Zoals je ook zei is het een mechanisme waar je niet zo veel tegen kan doen, daar je, als je degene in kwestie op de projectie wijst, simpelweg de reactie krijgt dat je zelf projecteert.
Toevallig kreeg ik een uitleg over dit mechanisme van dezelfde psychologe die mij de antroposofie leerde kennen.
Ik weet niet of ik het goed zie maar dit is in een notendop de samenwerking van het Ahrimanische met het Luciferische; door een breuk met de toestand in de wereld en de perceptie van de wereld te creëren. Of zie ik het verkeerd?
Ik ben nog volop aan het nadenken over die samenwerking tussen Lucifer en Ahriman. Ik kan nog lang niet zeggen dat ik daar klaar in zie. Het is iets bijzonder ingewikkelds.
Zou je ook iets helder kunnen schrijven over hoe deze wezens op ons, op de mensheid, op de wereld, op de aarde… inwerken: Ahriman, Lucifer, de Asoera’s, Sorat.
Ik betrap er me op dat ik sommige dingen begin om te wisselen tussen Ahriman en Lucifer of toch dat ik niet meteen kan plaatsen.
En ook misschien in een latere fase, hoe we daar het best mee kunnen om gaan.
Alvast bedankt.
Nee, dat kan ik niet. En ik ben blijkbaar niet de enige want ik ben nog nooit een boek tegengekomen waarin de invloed van de verschillende tegenmachten ‘helder en duidelijk’ beschreven staat. Het is een hoogst ingewikkelde kwestie en ik haal de zaken ook wel eens door elkaar. Tijdens het verhuizen heb ik een boek teruggevonden waarvan ik niet eens wist dat ik het had: (een vertaling van) Die Sendung Michaëls, een reeks van 12 voordrachten uit 1919. Daarin staan heel wat verhelderende dingen over Lucifer en Ahriman. Rudolf Steiner begint met te zeggen dat wie in ernst over de geestelijke wereld wil spreken, moet kijken naar wat zich in de fysieke wereld afspeelt. Hij moet door de sluier van de zintuiglijke werkelijkheid heen kijken. Ik kan dit boek (GA 194) warm aanbevelen.
Dank je voor de info, GA194 zal ik moeten bestuderen.