‘Het Pietenpact is een intentieverklaring die mikt op een viering voor iedereen, met een paar duidelijke afspraken én voldoende vrijheid om zelf vorm te geven aan dit oude, gekoesterde feest. Sinterklaas is door de eeuwen steeds geëvolueerd en aangepast, een reden te meer om het debat nooit voor voltooid te verklaren, noch om verfijningen halsstarrig te bestrijden. Het uitgangspunt is dat we Sinterklaas vieren zonder raciale stereotyperingen. Voor de rest is de invulling van het feest vrij: de Sint kiest lekker zelf of hij zonder of met pieten – roetveegpieten, regenboogpieten, ongeschminkte pieten – jong en oud komt verblijden. Vanuit dit pact willen we de komende maanden bouwen aan een platform – online en live – voor de uitwisseling van inspirerende voorbeelden van creatieve, inclusieve én praktisch werkbare invullingen van het Sinterklaasfeest. Op deze manier willen we de vele mensen die al werken aan oplossingen met elkaar verbinden en een breder gedragen Vlaams-Nederlandse beweging creëren die een warme en eigentijdse Sinterklaasviering voor ogen heeft.’
Zo staat het te lezen op de webpagina van cultuurhuis deBuren, initiatiefnemer van het Pietenpact. Over die tekst is nagedacht, want deBuren is een Vlaams-Nederlandse vzw en in Nederland weten ze hoe gevoelig die hele Pietenkwestie ligt. Dus wil ik ook eens nadenken over die tekst en proberen me een beeld te vormen van de geest waarin hij geschreven is. Het meest veelzeggende zinnetje in dat verband is: de Sint kiest lekker zelf. Lekker: zo spreek je tegen kinderen, zo spreek je als je … voor Sint speelt. De hele tekst is inderdaad in een zalvende, prekerige stijl geschreven, net als het vervolg erop, waarin stap voor stap wordt uitgelegd wat het Pietenpact precies inhoudt, want ‘men heeft het niet goed begrepen’. Hier is dus zeker niet iemand aan het woord die in dialoog wil gaan met gelijken, maar een God-de-Vaderfiguur die zich vooroverbuigt naar de kleintjes en hen in vriendelijke bewoordingen duidelijk maakt hoe het zit. Die vriendelijkheid heeft echter een keerzijde, want Wim Vanseveren, directeur van deBuren, verklaarde in de krant dat hij er niet over denkt het Pietenpact af te schaffen.
Kinderen moeten luisteren, zo simpel is dat. Vanseveren is weliswaar bereid te wachten tot ze uitgehuild zijn en daarna zal hij het nog eens uitleggen – want zo is de Sint: rustig, begrijpend en vol geduld – maar als de kinderen dan nog altijd hun eigen willetje willen doordrijven, zal hij geen andere keuze hebben dan Zwarte Piet erbij te halen. Die zal de stoute kinderen ongenadig van de roe geven en ze vervolgens in zijn zak steken. Want zo gaat dat in de linkse, multiculturele, politiek correcte wereld: wie niet horen wil, moet voelen! Wie dus denkt dat het Pietenpact zal opgeborgen worden omdat er gehuild, gejengeld en geprotesteerd wordt, vergist zich deerlijk. De Sinterklazen dezer wereld spreken in naam van het Hogere, zij kunnen en zullen niet dulden dat het kleine grut zijn eigen zin doet. Kinderen de baas? Iedere ouder weet waar dat op uitdraait. Nee, als de jeugd – dat wil zeggen: de bevolking – niet wil luisteren dan moet ze stevig aangepakt worden. Dan moet de goede Sint veranderen in een Zwarte Piet die de stoute kinderen stevig op hun plaats zet en hen laat voelen wie de baas is.
Ziedaar de politiek correcte mens: zalvend of dreigend al naargelang van de omstandigheden. Zijn de kinderen braaf dan is hij Sinterklaas, zijn ze stout dan wordt hij Zwarte Piet. Maar luisteren zullen ze. Zo gedraagt iedere ouder zich tegenover zijn kinderen, dat is de normaalste zaak van de wereld. Abnormaal wordt het echter wanneer hij zich ook tegenover andere ouders zo gaat gedragen. Zou Wim Vanseveren, die beweert met zijn Pietenpact in debat te willen gaan, beseffen dat hij zijn gesprekspartners toespreekt alsof het kinderen waren? Zou hij beseffen dat hij een stok achter zijn rug houdt waarmee hij die kinderen slaat wanneer ze het niet met hem eens zijn? De vraag stellen, is ze beantwoorden. Hij zou waarschijnlijk verontwaardigd zijn als men hem een schijnheilige Sinterklaas zou noemen die verandert in een grimmige Zwarte Piet als zijn mooie woorden niet het gewenste effect hebben. Deze week nog verloor een arbeider uit Gent zijn job omdat hij de critici van Zwarte Piet in niet al te mooie bewoordingen lik op stuk had gegeven. Dát is de duistere keerzijde van de Sint Vanseverens dezer wereld.
Het zijn met andere woorden wolven in een schaapsvacht. Als hun mooie, zalvende Sinterklaaswoorden niet werken, werpen ze hun wollige vacht af en verschijnt de boze wolf die mensen berooft van hun job, die hen monddood maakt, die karaktermoord op hen pleegt. Uit angst voor deze immer dreigende wolf durven mensen hun mond niet meer opendoen. Ze durven zelfs niet meer denken wat ze voelen, want de als Sinterklaas verklede Zwarte Pieten voeren een waar schrikbewind. Je zou zelfs kunnen zeggen dat ze de samenleving terroriseren. Het verschijnsel is niet nieuw, en de politieke correctheid roept dan ook nare herinneringen op. Verbijsterend genoeg zijn deze terroristen zich van geen kwaad bewust. Ze hebben totaal geen weet noch van de schijnheilige Sinterklaas in hen, noch van de grimmige Zwarte Piet, noch van het geraffineerde spel dat die twee onder elkaar spelen. Integendeel, ze beschouwen zichzelf als mensen van goede wil, mensen met een superieur intellect en een superieure moraliteit. De gedachte dat ze wolven in een schaapsvacht zouden zijn, kan volgens hen alleen maar opkomen in een kwaadaardig brein.
Ze zien inderdaad overal kwaad om zich heen. Racisme, haat, onverdraagzaamheid, discriminatie, populisme, fascisme, extreem-rechts, xenofobie, islamofobie, homofobie, noem maar op: de wereld is ervan vergeven. Tegen al dat kwaad trekken ze ten strijde in de overtuiging dat anders het einde der tijden aanbreekt. Ze hebben een missie: de wereld redden door het kwaad uit te roeien. Alleen weten ze niet dat het hun eigen kwaad is dat ze op anderen projecteren en waardoor ze zich omringd zien. Ze beseffen niet dat het hun eigen Zwarte Piet is die ze in anderen bevechten. Verre van daardoor Sinterklaas te worden, veranderen ze in een bron van haat. Want de mensen die door hen tot zondebok worden gemaakt – en dat is iedereen die niet is zoals zij – pikken het niet om met alle zonden Israëls te worden beladen. Ze retourneren de eindeloze stroom van beschuldigingen die van de Gutmenschen uitgaat. Dat wekt bij deze laatsten grote verontwaardiging: hoe durven deze inferieure mensen hen, de superieuren, ervan te beschuldigen kwaadaardig te zijn! En ze verdubbelen hun pogingen om het kwaad te bestrijden.
Zo ontstaat de vicieuze cirkel van haat en geweld waarin langzaam maar zeker de hele wereld gevangen raakt. Aan de basis ligt de onbewuste wil van de Sinterklazen om hun Zwarte Piet uit te drijven. Wat we vandaag op kleine schaal zien gebeuren – de pogingen om het Sinterklaasfeest stap voor stap te ontdoen van Zwarte Piet – is een beeld van wat ook op grote schaal gebeurt: de pogingen van de moderne mens om het kwaad uit te drijven. Op zich is dat een lovenswaardig streven: men probeert de wereld te verbeteren. Maar het gebeurt zonder inzicht in de mens, blindelings, in een idealistische roes. Men vergeet dat de mens een wezen is dat bestaat uit een Sint en een Piet, uit een hoger zelf en een lager zelf, en dat het de bedoeling is dat die twee samenwerken zoals we dat op 6 december zien. Die samenwerking is een zegen voor het kind-in-de-mens, want zonder Zwarte Piet kan de Sint zijn geschenken niet op aarde brengen (zo diep kan hij niet afdalen) en zonder Sint heeft het geen zin dat Zwarte Piet door schoorstenen kruipt (hij maakt de kinderen dan alleen maar bang).
De Wim Vanseverens dezer wereld proberen Sinterklaas en Zwarte Piet van elkaar te scheiden. Ze denken goede mensen te worden door het kwaad (of wat zij als kwaad zien) af te stoten. Wat ze niet beseffen, is dat het daardoor met verdubbelde kracht terugkomt, want het hoort bij de mens. De mens bestaat uit een hoger, ideaal zelf en een lager, reëel zelf, en hij kan die twee wel onderscheiden, maar hij kan ze nooit scheiden. Dat hij dat toch probeert, getuigt van een verregaand gebrek aan inzicht in het wezen van de mens. Dat gebrek aan inzicht is een gevolg van het steeds dieper in de mens doordringende materialisme, hetzelfde materialisme dat van Sinterklaas en Zwarte Piet twee concrete, tastbare personen maakt die in ieder shoppingcenter voorhanden zijn en die niets meer aan de verbeelding overlaten. Uiteraard kunnen die gematerialiseerde Sint en Piet van elkaar gescheiden worden, maar als beeld kunnen ze dat niet. In de wereld van de verbeelding zijn ze onafscheidelijk. En een kind begrijpt dat, want het denkt nog in beelden, het leeft nog in zijn verbeelding.
Het traditionele Sinterklaasfeest riep de verbeeldingskracht van het kind wakker. Daardoor vormde het in zijn ziel een levendig, complex en diepzinnig beeld van de mens, een beeld dat vervolgens in zijn onderbewustzijn wegzonk en van daaruit verder werkte. Het moderne Sinterklaasfeest laat nauwelijks nog iets aan de verbeelding over. De hele heisa rond het feest, met protesten, rellen en politiebescherming, geeft de doodsteek aan het verbeeldingsaspect ervan. Het haalt het kind uit de droom, maakt het wakker en berooft het van het mensbeeld dat het aan de hand van dit feest in zijn ziel had kunnen opbouwen, een mensbeeld waarin hoger en lager zelf een complexe eenheid vormen. In plaats daarvan nestelt zich in de ziel van het kleine kind het beeld van de tegenstrijdige mens die de scherpe tegenstelling in zijn ziel alleen maar kan oplossen door de ‘slechte’ pool, de Zwarte Piet, uit te schakelen. Hoe dieper dat beeld doordringt in het onderbewuste van de (opgroeiende) mens, met des te meer kracht probeert het zich te realiseren. En zo worden we allemaal Zwarte Pieten: omdat we Zwarte Piet proberen af te schaffen.