Geen gezeur, meer terreur 

door lievendebrouwere

  

Op een van de eerste zomeravonden van het jaar ging ik nog even een luchtje scheppen. Ik slenterde over een zandweggetje en op een gegeven moment deed iets me achteromkijken. Ik zag een jonge vrouw met een hond naderen. Niks bijzonders, de streek waar ik woon is vergeven van de honden. Toen de vrouw me passeerde, sprong het beest opeens luid blaffend op me af en kon slechts ternauwernood in bedwang worden gehouden. Ook daar keek ik niet van op. Wild blaffende honden die tekeer gaan alsof ze je naar de keel willen vliegen, het is hier dagelijkse kost. De vrouw sprak het dier bestraffend toe, maar een verontschuldiging kon er niet af. Dat was eveneens een vertrouwd beeld: blaffende honden en blaffende eigenaars, alsof er nauwelijks verschil is tussen beide. Niks nieuws onder de zon dus die zomeravond, tot ik zag wat er op de achterkant van de sweater van de vrouw stond. Terwijl de hond me dreigend nakeek, las ik in grote letters: GEEN GEZEUR, MEER TERREUR. 

Daar keek ik toch wel van op, te meer daar ik op hetzelfde moment liep na te denken over het kwaad dat ons vandaag terroriseert. Die synchroniciteit van (innerlijke) gedachten en (uiterlijke) beelden overkomt me wel meer. Zo zat ik ooit over iets na te denken toen ik voor het raam een vrachtwagen zag passeren waarop in grote letters een woord stond dat precies uitdrukte waarover ik op dat moment nadacht, alsof er een verband bestond tussen wat zich in mijn hoofd afspeelde en wat er buiten op straat gebeurde. Ook nu was dat weer het geval: mijn gedachten werden gespiegeld door een beeld dat ‘toevallig’ opdook. Maar dit keer bestond het niet enkel uit woorden: het leefde, het keek naar me, het viel me zelfs aan. En dat gebeurde uitgerekend tijdens een van mijn eerste wandelingen na mijn longembolie, toen ik eveneens werd aangevallen door (een beeld van) het kwaad waarover ik aan het nadenken was. Het lijkt wel of mijn gedachten steeds sneller – en feller – gespiegeld worden door de werkelijkheid … 

Het graffiti-teken dat doorheen de letters op de rug van de vrouw was gevlochten deed me vermoeden dat het om de een of andere muziekgroep ging. Dat verwonderde me niet, de muziek van onze tijd lijkt steeds meer recht uit de onderwereld te komen. Waarschijnlijk vond de vrouw het heel onschuldig wat er op haar rug te lezen stond, net zoals ze ook haar agressieve hond heel onschuldig vond. Hij doet helemaal niks hoor, meneer! Hoe vaak heb ik dat al niet moeten horen uit de mond van vrouwen wier hond me bedreigde of besprong. Meer dan eens kon ik me niet van de indruk ontdoen dat die vrouwen heimelijk plezier hadden in het gedrag van hun hond, alsof hij deed wat ze eigenlijk zelf wilden doen. Voor hoeveel mensen is hun hond (of hun kat) niet een extrapolatie van wat in henzelf leeft? Hoeveel mensen gaan zelfs uiterlijk niet op hun huisdier lijken! De hedendaagse dierenliefde is in de meeste gevallen niets anders dan eigenliefde, liefde voor de dierlijke aard van de mens. 

Die liefde gaat intussen zover dat kinderen zich gaan identificeren als kat of hond en op school enkel nog miauwen of blaffen als hen iets gevraagd wordt. Verbijsterend genoeg wordt dit gedrag in toenemende mate door volwassenen geaccepteerd en zelfs verdedigd. In Engeland circuleerde onlangs een Tiktok-filmpje waarop te zien was hoe een (vrouwelijke) leerkracht hevig van leer trekt tegen een leerling die zegt het niet normaal te vinden dat kinderen zich identificeren als kat. Het dierlijke in de mens kan op steeds meer respect en bewondering rekenen. Het wordt zelfs als een ideaal gezien, getuige de zogenaamde Prides die alsmaar talrijker, alsmaar groter en alsmaar extremer worden. Deze optochten – die volop gesteund worden door overheid, media en bedrijfsleven – zijn niets anders dan een parade van luidruchtige exhibitionisten die vol trots hun dierlijke aard etaleren. En dat wordt kinderen vandaag voorgehouden als een regenboogkleurig beeld van de liefde. 

Slechts heel langzaam worden we ons bewust van de duistere keerzijde van deze luciferische eigenliefde en dat is de ahrimaanse haat tegen het kind. In de transgenderbeweging zien we ze beide aan de oppervlakte verschijnen, maar nog ontstellender zijn de berichten over de georganiseerde misdaad tegen kinderen. De handel in kinderen is in snel tempo de meest winstgevende bedrijfstak ter wereld aan het worden. In toenemende mate worden kinderen opgeofferd aan het dier in de mens. Dat is de gruwelijke keerzijde van onschuldig lijkende fenomenen als het respect voor andermans identiteit en het dragen van sweaters met leuzen als ‘Geen gezeur, Meer Terreur’. De mensheid is volop aan het verdierlijken en het maakt deel uit van deze regressie dat ze het niet beseft. Het grote verschil tussen mens en dier is immers dat mensen weten dat ze mensen zijn, maar dat dieren niet weten dat ze dieren zijn. Steeds meer mensen denken dat ze dier zijn en vergeten dat ze mens zijn. 

De draagwijdte van deze verdierlijking dringt pas tot ons door wanneer we ons realiseren dat dieren ooit … mensen waren. Lang geleden maakten ze deel uit van de mensheid, maar ze bleven achter, ze ontwikkelden zich niet verder. Zo ontstond een scheiding die is uitgegroeid tot een onoverbrugbare kloof. Wanneer we vandaag naar dieren kijken, ook naar dieren die heel dicht bij ons staan, dan is het zonneklaar dat ze geen mens (meer) kunnen worden. Misschien is dat wel de reden waarom zoveel mensen hun huisdieren behandelen alsof het hun kinderen zijn: misschien waren het ooit hun kinderen. Het is een vreselijke gedachte, vooral omdat het vandaag opnieuw gebeurt: mensen die ons nauw aan het hart liggen – kinderen, vrienden, familieleden – zijn ongemerkt aan het verdierlijken en wellicht zullen we ze ooit, in een volgend leven, weer ontmoeten in de vorm van een kat of een hond. Of in de vorm van een mens, als we zelf een kat of een hond zijn geworden …

Tijdens de coronacrisis kregen we reeds een voorsmaakje van deze scheiding der geesten. Er opende zich een diepe kloof tussen pro-vaxxers en anti-vaxxers, een kloof die dwars door alle sociale relaties heen liep en in veel gevallen onoverbrugbaar bleek. Laat ongevaccineerden nergens meer binnen! riep een jonge politicus en velen waren het met hem eens. Dit was geen menselijk gedrag meer. Het bleef trouwens niet bij blaffen, in sommige gevallen werd er ook gebeten. Zoiets laat littekens achter en het gevaar is verre van denkbeeldig dat die littekens gaan woekeren en in de ziel van de slachtoffers dezelfde haat wekken als bij de daders. Er gaat een enorme zuigkracht uit van dit dierlijke gedrag en het dreigt ons omlaag te trekken in een wereld van louter driften en begeerten. Het vergt een voortdurende inspanning om daaraan te ontsnappen, een inspanning die begint met de bewustwording van het gevaar. 

Die bewustwording is al moeilijk genoeg, want het is geen pretje om te beseffen dat we niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk in dieren dreigen te veranderen. Hoe groot het gevaar is, kunnen we opmaken uit het feit dat de dreiging vandaag vooral uitgaat van … vrouwen. Het was niet toevallig een vrouw die op haar rug de leuze ‘geen gezeur, meer terreur’ droeg. Nog maar pas was het me aan zee opgevallen hoeveel vrouwen daar met een hond rondwandelden. De verklaring lijkt voor de hand te liggen: vrouwen worden steeds meer bedreigd door ‘toxische’ mannen en voelen zich niet meer veilig zonder hond. Werkelijk? Aan zee? In de maand mei? Alle mannen zijn dan aan het werk en de enige exemplaren die op het strand rondlopen zijn halve invaliden zoals ikzelf, die hun best moeten doen om niet om te vallen. Deze vrouwen-met-hond voelen zich niet zozeer bedreigd door mannen dan wel door ‘de hond’ in hun eigen ziel, en ze proberen dat gevaar te bezweren door het in een fysieke gedaante aan de leiband te houden. 

Dat wil uiteraard niet zeggen dat het Beest alleen in vrouwen huist, wel integendeel. Maar het alarmerende is juist dat de hond – een symbool voor Ahriman – zich nu ook in vrouwen manifesteert. En daar is hij gevaarlijker dan in mannen want hij kan er zich vermengen met Lucifer en zodoende een wolf in een schaapsvacht worden. In die misleidende gedaante kan hij diep doordringen in de ziel van de mens en zelfs diens Ik bedreigen. Dat zien we gespiegeld in het feit dat kinderen steeds meer ten prooi vallen aan deze wolf en op een vreselijke manier misbruikt worden. Juist doordat het Beest niet alleen via mannen maar ook via vrouwen werkt, kan het van twee kanten tegelijk aanvallen. Het maakt de kinderen niet alleen verslaafd aan ‘mannelijke’ technologie, het maakt ze ook tot slachtoffer van vrouwen die steeds hartstochtelijker het recht op abortus eisen en niet minder hartstochtelijk de genderideologie verspreiden die de jeugd op grote schaal sexualiseert en verdierlijkt.  

Nergens wordt deze dreiging zo onomwonden in beeld gebracht als in Basic Instinct, waar het kwaad belichaamd wordt door Catherine, een vrouw die niet alleen moordt maar ook schrijft (Ahriman zal schrijven, voorspelde Rudolf Steiner). Wanneer haar roofdierlijke aard zijn hoogtepunt bereikt, zegt ze: I hate children. Dat is niet zomaar de moderne weerzin voor het moederschap, het is de uitdrukking van waar het haar werkelijk om te doen is. Ze heeft gewacht om Nick te vermoorden tot hij bereid was zich – als een kind – helemaal aan haar over te geven. Wat we in deze slotscène zien verschijnen is het bekende beeld uit de Apocalyps: ‘In de hemel verscheen een zwangere vrouw die schreeuwde van pijn omdat de geboorte van het kind begonnen was, en vóór haar stond een draak te wachten om het kind te verslinden zodra het geboren was.’ Die zwangere vrouw is de menselijke ziel waarin vandaag het Ik geboren wil worden. En op dat Ik heeft het dier-in-de-mens het voorzien.

De ophanden zijnde geboorte van het kind-in-de-mens vindt plaats in de geestelijke sfeer, onzichtbaar voor fysieke ogen. Maar ze drukt zich wel uit in materiële beelden: in de barensweeën die de wereld teisteren, in het gedrag van de vrouwen, in het lot van de kinderen. Tussen (geestelijke) oorzaak en (materieel) gevolg gaapt echter een diepe kloof. Het is heel moeilijk om in de hedendaagse actualiteit de oerbeelden van de Apocalyps te herkennen, ook al manifesteren ze zich steeds duidelijker. De angst voor de realiteit (die steeds dreigender wordt) en de angst voor de geest (die steeds dichterbij komt) beletten ons deze bewustzijnskloof te overbruggen. Daarom is Basic Instinct een godsgeschenk, want hoe realistisch de film (zowel in materieel als in geestelijk opzicht) ook is, hij boezemt ons geen angst in: hij is immers schijn, letterlijk en figuurlijk. Het is deze kunstzinnige schijn die bemiddelend optreedt tussen geest en materie en ons de gelegenheid biedt de kloof in gedachten te overbruggen.

Zonder het te beseffen zijn we op zielevlak allemaal zwanger van ons Ik. We zijn allemaal in meer of mindere mate vrouwen die in barensnood verkeren. Basic Instinct herinnert ons er echter aan dat we ook allemaal draken zijn die ons eigen kind willen verslinden. Want we leven vandaag in de overtuiging dat we getroffen worden door een levensbedreigende ziekte, we verzetten ons uit alle macht tegen de geboorte en maken aldus van onze ziel een verstikkende baarmoeder. Die geboortepaniek grijpt wild om zich heen en vormt een veel groter gevaar dan de geboorte zelf. De enige manier om dat gevaar te overwinnen is door ons bewust te worden van de geestelijke geboorte. Net als bij een fysieke geboorte is bewustzijn de beslissende factor die de pijn verlicht en het gevaar vermindert. Voor die bewustwording hebben we echter de hulp nodig van het mannelijke denken, want als de bevalling begint, wordt de vrouwelijke ziel overweldigd door krachten die ze niet langer onder controle heeft. 

Catherine – die in Basic Instinct de menselijke ziel vertegenwoordigt – vraagt Nick om haar te ‘lezen’ en het raadsel van haar moorddadige gedrag op te lossen. Ondanks alles weet ze dat ze in de greep van de draak zit en dat ze zichzelf niet kan bevrijden. Daarom lokt ze Nick op haar spoor, enerzijds door moorden te plegen, anderzijds door boeken te schrijven. Het zijn allebei uitingen van ahrimaans gedrag en we zien hoe Ahriman – door alles in de materie te trekken en daardoor het ‘kind’ te verstikken – ongewild beelden oproept die het verstand in staat stellen door te dringen in de geestelijk-etherische sfeer waar de geboorte plaatsvindt. Maar dan moet dat verstand wel een transformatie ondergaan: van een werktuig in handen van Ahriman moet het omgesmeed worden tot een Michaëlszwaard. In plaats van het vrouwelijke te bestrijden, moet het er zich door laten leiden, maar dan wel zonder zijn onderscheidingsvermogen te verliezen. Het moet een bewuste lezer-van-beelden worden. 

Deze samenwerking tussen het mannelijke denken en de vrouwelijke ziel begint in Basic Instinct wanneer het Nick begint te dagen dat Catherine iets van hem wil. Hij bespeurt het beeldkarakter van haar gedrag en probeert het te begrijpen. Cruciaal is het moment waarop hij zijn vermoeden uitspreekt en Catherine vraagt: what do you want from me? Het antwoord komt in de vorm van een beeld: ze overhandigt hem een boek. Dat beeld houdt een tegenvraag in: wil je me lezen? Maar tegelijk is het ook een geschenk, want het boek zal leiden tot de geboorte van hun beider Ik. Die geboorte vormt (het begin van) de verlossing van het kwaad en dat maakt van Basic Instinct een manicheïsche film. De mens wordt niet verlost van het kwaad door het te vernietigen, maar door het lief te hebben. Het mag echter geen luciferische liefde voor het dier-in-de-mens zijn, het moet een kennende liefde voor het-kind-in-de-mens zijn, voor het Ik dat zich openbaart door middel van apocalyptische beelden. Anders wordt het: geen gezeur, meer terreur.