Vijgen na Pasen

De wereld als een kunstwerk zien

Maand: november, 2015

‘De wereld’

  

Met 6 december voor de deur kijken kinderen niet alleen verwachtingsvol uit naar de komst van Sinterklaas, ook de discussie over zijn knechten laait opnieuw hoog op. Roger Ross Williams, een 53-jarige Afro-Amerikaanse regisseur die in Amsterdam woont, goot zijn onbegrip over de traditie in de kortfilm Blackface die afgelopen weekend op CNN vertoond is. ‘De wereld zal dit niet lang meer accepteren’, aldus deze zwarte immigrant. De vraag is natuurlijk wat hij met ‘de wereld’ bedoelt. In Italië heeft een schooldirecteur het kerstfeest willen afschaffen ‘om religieuze spanningen te voorkomen na de aanslagen in Parijs’. Dat zal ook wel in naam van ‘de wereld’ gebeurd zijn. Merkwaardig wel dat ‘de wereld’ zo anti-christelijk en anti-blank blijkt te zijn. Met een film als Black bijvoorbeeld, van de heren Adil en Bilall, heeft ‘de wereld’ helemaal geen moeite, hoewel de zwarten er wel in een heel slecht daglicht worden gesteld. Terwijl de Marokkanen in de film kleine kruimeldieven zijn met verborgen gevoeligheden, zijn de zwarten brute moordenaars en verkrachters zonder enig zieleleven. Maar Adil en Bilall zijn natuurlijk geen blanken, het zijn Marokkaanse moslims en in de ogen van ‘de wereld’ kunnen die helemaal niet racistisch zijn. Roger Williams zal het daar ongetwijfeld mee eens zijn: Sinterklaas en Zwarte Piet, dat is schandelijk racisme, maar zwarten voorstellen als zielloze beesten, dat is … cultuur. Het is nu wachten tot ‘de wereld’ aanstoot neemt aan Driekoningen, want één van de wijzen uit het Oosten is zwart, en een zwarte die knielt voor een blank jongetje … nee, daar zijn geen woorden voor. 

Verontrustend  (3)

  

De klimaattop in Parijs begint me echt schrik aan te jagen. Overal ter wereld komen mensen op straat die onze planeet willen redden. Is de mensheid ooit eensgezinder geweest? Niet alleen de mensen op straat zijn eensgezind, ook hun leiders zijn eensgezind. Hebben ze niet net verklaard vastbesloten te zijn de planeet te redden? Is dat ooit vertoond: alle wereldleiders die aan hetzelfde zeel trekken? Maar dat is nog niet alles: alsof er geen grenzen zijn aan de eensgezindheid, zijn die eensgezinde mensen het ook nog eens eens (sic) met hun eensgezinde leiders! Dat moet een primeur zijn in de geschiedenis van de mensheid! Een drieëenheid van eensgezindheid, alsof de goddelijke triniteit zelf op aarde is neergedaald! Alsof de Messias op het punt staat om de wereld te redden. De joden zullen blij zijn, ze hebben er lang op gewacht. Maar als antroposoof voel je natuurlijk nattigheid. Niet alleen is de Messias al gekomen en heeft hij de wereld al gered, maar hij verklaarde ook dat hij niet gekomen was om vrede te brengen maar … het zwaard. Dat klinkt heel anders dan die roerende eensgezindheid van groot en klein. En zeker dan de vredebrengers van de islam, die trouwens net geadopteerd zijn door de paus. Christenen en moslims, verklaarde de religieuze leider onlangs, zijn als broer en zus, iets waar de media het ongetwijfeld roerend mee eens waren. Ook hier dus niets dan eensgezindheid. Nee, het lijdt voor de (niet eensgezinde) antroposoof geen twijfel: degene die in Parijs zijn opwachting maakt – op wolken van eensgezindheid – is niemand minder dan Ahriman. En reken maar dat als hij zijn ware gezicht laat zien – want hij vermomt zich natuurlijk als de wedergekomen Christus – de opwarming van de aarde het laatste van onze zorgen zal zijn. 

Verontrustend  (2)

  

Vandaag in de krant: ‘Wereldleiders beloven dat ze de aarde zullen redden.’ Zelden zo’n verontrustend nieuws gehoord. We zijn er al zowat 100 jaar getuige van wat de gevolgen zijn als onze leiders de wereld willen redden. Het betekent niets anders dan de grootste ellende. Het voortouw op de VN-klimaatconferentie in Parijs wordt (natuurlijk) genomen door Barack ‘Bombing’ Obama, de oorlogszuchtige Nobelprijs voor de Vrede. Als hij verklaart vastbesloten te zijn de aarde te zullen redden, dan stijgt de terreurdreiging tot niveau 10. Als 150 regeringsleiders verklaren eensgezind te zijn, dan is de aarde pas echt in gevaar. Laten we dus hopen dat deze klimaatconferentie eindigt zoals alle vorige: mét ruzie en zonder beslissing. Want vrede tussen regeringsleiders dat betekent oorlog tussen mensen. 

Verontrustend  (1)

  

Amazon voert de druk op om pakjes te kunnen leveren door middel van drones, een soort onbemande mini-helicopters. Ze hebben zelfs Jeremy Clarkson ingehuurd om er reclame voor te maken. Ik hoop dat ik het niet meer meemaak – de lucht vol mechanische insecten – maar ik vrees ervoor. Wanneer is de eerste gsm op de markt verschenen? Tien, vijftien jaar geleden? Vandaag ben je een neandertaler als je er geen hebt. Jongeren kunnen zich een leven zonder gsm niet eens meer voorstellen. Wie had kunnen denken dat het zo’n vaart zou lopen! Wel, ik ben bang dat het met die drones dezelfde richting uitgaat. Over twintig jaar zullen onze (klein)kinderen vragen: hoe deden jullie dat vroeger, zonder drones? En gezellig gezeten bij het digitale haardvuur zullen we hen dan vertellen over de mythische tijden toen mensen nog naar de winkel gingen als ze iets nodig hadden. Het jonge volkje zal dan hoofdschuddend denken: wat een primitieve tijden! Ze zullen het heel gewoon vinden om op hun smartfoon iets te bestellen en dan 20 minuten te wachten tot een drone het voor hun voeten komt afleveren. Het zal een drukte van jewelste zijn in de lucht, maar dat zullen ze niet zien, want wie kijkt er nog naar de lucht! Ook het voortdurende geronk en gezoem en gesnerp zullen ze niet horen, want wie komt nu nog buiten zonder oortjes! De vraag is óf er nog iemand buiten zal komen. Waarom zou je dat doen als de hele wereld naar je toekomt? 

Bewaarengelen en karma

  

Vanochtend vroeg, om 6.30 u. is er in het West-Vlaamse Vleteren (waar het beste bier ter wereld wordt gebrouwen) een auto met vier 20-jarigen tegen een boom terechtgekomen. Een klassiek geval dus: jongelui keren naar huis terug na een nachtje stappen en komen een boom tegen. Minder klassiek is wellicht het feit dat de bestuurder … ongedeerd uit het wrak hierboven is gekomen. Alhoewel. Mijn oude maat, Freddy de brandweerman, zei ooit: ‘Als je die autowrakken ziet, kun je soms niet geloven dat iemand daar levend uit gekomen is. En toch. Het gebeurt zelfs dat ze geen schrammetje hebben. Je zou voor minder in bewaarengelen gaan geloven!’ Wel, dat lijkt in Vleteren het geval te zijn geweest: bewaarengel heeft ingegrepen. De vraag is wel of de chauffeur zo blij zal zijn met die ingreep, want door zijn schuld (niet die van de engel natuurlijk) hebben twee van zijn vrienden het leven verloren en is een derde zwaargewond en misschien invalide voor de rest van zijn leven. Stel het je maar eens voor! Nee, karma is niet om te lachen, soms wel een klein beetje, maar meestal helemaal niet. Ook niet voor bewaarengelen … 

Wil de echte terrorist opstaan!

  

In De Morgen verklaart schrijfster Annelies Verbeke vandaag het volgende: ‘De rebel in mij raakt er steeds meer van doordrongen dat ik niet zal inbinden, dat ik niet uit Brussel, uit het theater, uit de cafés weg zal blijven omdat terroristen dat willen. Ik voel de behoefte om vorm te geven aan wat er sinds vrijdag de dertiende gebeurt met mijn land, met de mensen om me heen, met mij.’ Annelies is niet de enige. Ik heb de afgelopen week verschillende beschouwingen in de media gelezen van kunstenaars en intellectuelen die een impressie wilden geven van ‘het leven in een bezette stad’. Ze reageerden allemaal op dezelfde manier: als tieners die hun smartfoon werd afgenomen. Een kostelijk voorbeeld was ‘Dagboek van de staat van beleg: een week in een bezette stad’ van Lieven De Cauter (te lezen op DeWereldMorgen). De man was helemaal van slag, hij was er ziek van, de rillingen liepen hem over het lijf, hij kon zelfs niet meer eten. Zijn dagboek moest hij puur op wilskracht schrijven, zo leeg voelde hij zich. En waarom? Omdat hij niet naar zijn favoriete café kon, omdat hij niet naar het theater of de film kon, omdat hij geen les kon geven, omdat zijn sociale leven ingestort was. Hij was alleen thuis met zijn vrouw en liep daar rond als een gekooid dier, de wanhoop nabij. Zoals ik al zei: als een tiener die zijn smartfoon kwijt is. 

Maar Lieven De Cauter is geen tiener, hij is een volwassen intellectueel, een filosoof, een hoogleraar. Ook Annelies Verbeke is geen tiener, ze is schrijver. En dat geldt ook voor de anderen die in de media lucht gaven aan hun ‘verlorenheid’ toen Brussel een ‘bezette stad’ werd: allemaal ontwikkelde, intelligente mensen. Het is duidelijk dat ze niet beseffen hoe kinderachtig ze zich gedragen. Ze kunnen een week lang niet uitgaan en hun wereld stort in. Dat is niet alleen kinderachtig, het is onbetamelijk. Bijna dagelijks zien we in de media foto’s van gebombardeerde steden, van mensen die have en goed kwijtraken, van straten die bedekt zijn met lijken, maar als de Europese intellectuelen zich een week lang niet kunnen amuseren zoals ze gewoon zijn, is het alsof hun wereld vergaat en schreeuwen ze moord en brand. Zouden die mensen wel eens in de spiegel kijken, vraag ik me af. Natuurlijk wel. Waarschijnlijk doen ze niets anders, vol van zichzelf als ze zijn. Maar … ze zien niets. Ze zijn volkomen blind voor zichzelf. En het gaat hier niet om enkele uitzonderingen. Lieven De Cauter is weliswaar een karikatuur van een moderne intellectueel, maar wezenlijk verschilt hij toch niet van zijn collega’s. De Westerse intellectueel – en vergeleken bij de rest van de wereld zijn we dat allemaal – is blind voor zichzelf. Hij kijkt de godganse dag in de spiegel, maar hij ziet niets. 

Ik ben natuurlijk zelf ook een intellectueel, maar eigenlijk ben ik dat niet uit vrije keuze. Als het van mezelf had afgehangen zou ik op m’n 14de de school de rug hebben toegekeerd en naar de academie zijn gegaan waar ik niks anders zou gedaan hebben dan getekend en geschilderd. Ik zou me met andere woorden dagelijks geoefend hebben in het zorgvuldig waarnemen van de werkelijkheid. Dat is precies het omgekeerde van wat er op school gebeurt: daar oefen je je dagelijks in het ontwikkelen van een abstract denken dat zeer, zeer ver van de werkelijkheid af staat, zó ver dat het verband ermee helemaal zoek is. Als autist heb ik sowieso al geen sterke binding met de werkelijkheid, maar via de kunst kan ik die verbinding wél maken, en ik heb dat altijd met grote hartstocht gedaan. Bij veel intellectuelen zie ik precies het omgekeerde: ze hebben een veel sterkere binding met de wereld dan ik – reden ook waarom ze erin slagen hoogleraar te worden – maar ze spannen zich tot het uiterste in om zich van die wereld af te keren en een volkomen abstracte wereld te creëren: de zogenaamde ‘culturele wereld’, een wereld die zover verwijderd is van de werkelijke wereld dat men er geen idee meer heeft (en ook niet wil hebben) hoe die werkelijke wereld eruitziet. 

Als ik naar die wereldvreemde, om niet te zeggen wereldvijandige culturele wereld kijk, dan kan ik de moslimterroristen begrijpen. Hoe ergerlijk, om niet te zeggen wraakroepend moet dat gesloten, exclusieve wereldje van de Westerse culturo’s er in hun ogen niet uitzien! Wat voor een zelfgenoegzame, afwijzende en minachtende houding gaat er niet vanuit! En vooral: hoe schijnheilig is die houding niet, want zelf beschouwt dat wereldje zich als open, uitnodigend, multicultureel en superdivers. Kom binnen, kom binnen, wordt er geroepen, maar als je op die schijn-uitnodiging ingaat, bots je aan de ingang op een buitenwipper die iedereen die ‘anders’ is de toegang ontzegt. Voor alle duidelijkheid: ik heb het hier niet over de concrete situatie van allochtonen die een dancing niet binnen mogen, maar over een geestelijke sfeer, een mentaliteit waarvan het Westen zich totaal niet bewust is. En die afwijzende, uitsluitende, minachtende sfeer is de sfeer van het intellectualisme, de sfeer die we allemaal van jongsaf verplicht hebben opgesnoven en waardoor we er nu van overtuigd zijn de ‘lucht van de werkelijkheid’ in te ademen.

Zoals ik al zei, we zijn allemaal in meer of mindere mate wereldvreemde intellectuelen. Ook ikzelf ben dat. Maar als ik mensen als Lieven De Cauter of Annelies Verbeke bezig hoor, dan denk ik: in wat voor wereld leven zij? Alleszins niet in de mijne. Toen ik hoorde van de ‘terreurdreiging niveau drie’ in Brussel en ik zag in de media de verlaten straten, was mijn eerste gedachte: nú zou ik eens naar Brussel willen gaan! Hoe heerlijk moet het niet zijn om rond te wandelen in een rustige stad, een stad zonder auto’s, een stad zonder stadsdrukte! Wat kan het mij schelen dat in die stad de winkels dicht zijn en dat ik niet op café of naar theater kan! Dat kan ik sowieso niet, want daar heb ik het geld niet voor. Maar wandelen, kijken en genieten van de rust, dat kost niks, dat kan iedereen. Maar dat simpele, kosteloze en doodgewone plezier lijken de culturo’s niet meer te kennen. Het is alsof ze zeggen: wat heb je nu aan de gewone werkelijkheid, die is toch doodvervelend? Ze kunnen de stap uit hun abstracte schijnwereld naar de concrete werkelijkheid niet meer aan. Ze hebben het gevoel in een diepe afgrond te vallen. En in zekere zin hebben ze nog gelijk ook: die kloof tussen schijn en werkelijkheid bedreigt ons veel meer dan dat handvol terroristen. Want in die kloof leeft de echte terrorist … 

Lambik is terug!

    

De schoonheid van de Schorpioen

  

Toen het half oktober net zo grijs en nat was als de afgelopen dagen, dacht ik: o jee, en november moet nog komen! Ik twijfelde er niet aan: als Scorpio in het land kwam, zouden de zieken vallen als herfstbladeren. Maar zover was het nog niet. Hoewel het uiterlijk reeds Allerheiligen leek, was het innerlijk nog altijd Weegschaal. Dat wil zeggen: hoe grijs en grauw de herfst ook was, ze bleef nog altijd buiten, ze kroop nog niet onder je vel zoals ze dat in Scorpio doet. Weegschaal is een luchtteken en dat impliceert afstand. Daarom is oktober als een schilderij: je kunt er rustig tegenover gaan staan en het bekijken. Scorpio daarentegen is een waterteken, en dat impliceert verbinding. November is geen schilderij dat je op je gemak kunt bekijken, het is een schilderij waar je middenin zit, en dat is een heel andere ervaring. 

Het verschil hebben we dit jaar goed kunnen waarnemen omdat oktober en november als het ware van plaats hebben gewisseld. Oktober was onverwacht novemberachtig en toch moest je nog niet vechten tegen al die grijsheid en nattigheid zoals je dat in november wél moet doen. November was dan weer onverwacht oktoberachtig: de temperaturen waren zacht, de zon scheen en de kleuren waren adembenemend mooi. Kwam dat doordat Mars, Venus en Jupiter elkaars gezelschap opzochten aan de hemel? Best mogelijk: zo boven, zo beneden. De schoonheid van november was in ieder geval niet de Venus-schoonheid van oktober. Het was geen esthetische, aangename, schilderachtige schoonheid, maar een indringende, aangrijpende, mysterieuze schoonheid. Het was als het ware Venus en Mars in één.

Scorpio is dan ook een dubbelzinnig, paradoxaal teken. Ooit was het de majestueuze adelaar die hoog boven de wereld zweefde. Maar die is uit de hemel gevallen en een donkere schorpioen geworden die over de grond scharrelt. November is de maand waarin alles valt. De bladeren vallen: ze tuimelen als adelaars naar beneden en verdorren tot ritselende schorpioenen. De hemel valt: als de grijze wolken van november niet laag over de aarde scheren, hangen ze als een dichte mist roerloos boven de grond. En ook de mens moet vechten om niet te ‘vallen’. Hij moet zich innerlijk weren tegen de zwaartekracht die alles naar beneden trekt. 

De ‘vallende hemel’ was de grootste angst van de oude Germanen. Dit Schorpioenenvolk was het meest beducht voor … Scorpio. Om hem te weerstaan richtten ze hun Irminsulzuil op. Maar het ‘vallen’ is niet het enige waartegen de mens zich tijdens het seizoen van Scorpio moet weren. Hij moet zich ook teweer stellen tegen het ‘opstijgen’ van de onderwereld. In november valt alles naar beneden: het verdort, verstijft en sterft. Maar tegelijk stijgt uit de aarde het kille vocht omhoog dat alles drassig en zompig maakt. Nooit is de aarde natter dan in november: wat uit de hemel valt neemt ze in zich op en verteert het. Geen wonder dat Scorpio het teken van de sexualiteit is. De hard geworden mannelijke hemel en de vochtig geworden vrouwelijke aarde dringen in elkaar door. Scorpio is star en onbuigzaam als Mars, maar tegelijk gevoelig en teder als Venus. Hij is kil en onbewogen als Ahriman en hartstochtelijk en fanatiek als Lucifer. Hij is grauw als het slijk der aarde en kleurrijk als de bladeren aan de bomen. Hij is één en al tegenstelling.

November is de maand waarin de mens strijd moet leveren met de draak. En de draak valt van twee kanten tegelijk aan: van boven én beneden, van buiten én van binnen, van links én van rechts. Scorpio doet de grenzen verdwijnen. In oktober verloren ze al hun Maagdelijke scherpte, maar in november lossen ze helemaal op. Alles gaat nu tot ontbinding over. November is de dodenmaand, alles keert terug tot de aarde. Niets is bestand tegen de doodskrachten van Scorpio. Als zijn seizoen begint, staat de natuur nog te stralen in haar Venus-kleed van oktober. Maar als het ten einde is, staat ze er naakt bij en liggen haar kleuren te rotten in het slijk. Scorpio is ontluisterend als de dood en opwindend als een strip-tease.  

Het is zijn seizoen dat we nu beleven, in het groot en in het klein, in de natuur en in de cultuur. Het is zijn heerser – Pluto, de god van de onderwereld – die nu uit de aarde oprijst als het beest uit de apocalyps. De levende geest die ooit als een adelaar boven de aarde zweefde, ligt nu als een hoop dorre bladeren op de grond te vergaan. Het hele menselijke beschavingskleed wordt uitgetrokken en in de modder gegooid. Alleen de kale, naakte takken blijven over. We leven in het Scorpio-tijdperk van de geschiedenis, het tijdperk van de dood. Nu moeten we ons verzetten tegen de draak of ten onder gaan. Maar tegen zijn vernietigingskrachten zijn we niet opgewassen. Het enige wat we kunnen doen, is ze tegen hemzelf keren. Wanneer we een schorpioen vangen en hem naderen met een lichtbron, steekt hij zichzelf dood. Dat is het enige wat we tegenover de draak kunnen plaatsen: het licht van ons bewustzijn. Met de Schorpioen moeten we worstelen, niet om hem te vernietigen, want dan vernietigen we onszelf, maar om hem zijn wijsheid en inzicht te ontfutselen. 

Het gif van de Schorpioen is de ‘gevallen’ wijsheid van de Adelaar. Het is die wijsheid die we moeten bevrijden uit haar dorre en dodelijke materialistische vormen. Dat is de michaëlische strijd die we met de draak moeten vechten: de strijd om zijn goud. Niemand kan ons méér leren dan hij, want hij is in het bezit van de kosmische intelligentie die ooit beheerd werd door Michaël. Daarom mogen we de ogen niet sluiten voor de draak, we moeten van hem leren. Dat kunnen we het best in oktober, wanneer hij nog luciferische schijn is en we tegenover hem kunnen gaan staan zonder bang te zijn dat hij ons opvreet zoals hij dat (in zijn ahrimanische gedaante) in november doet. Het gouden licht van oktober is het oplichtende goud van de draak. Het is het goud van de schilderijen van de oude meesters, want alle kunst wordt veroverd op de draak. Oktober is de maand van Michaël en de michaëlische strijd is een kunstzinnige strijd, een strijd om de kosmische intelligentie die de draak bewaakt. Nooit is dat goud zichtbaarder en stralender dan in november, maar dan moet de zon wel schijnen, niet alleen de uiterlijk zon, maar ook de innerlijke zon van ons onderscheidingsvermogen, het kunstzinnige onderscheidingsvermogen dat we in Weegschaal hebben verworven. Zonder de oktober-leerschool van Michaël zien we in november alleen maar de grauwe, dodelijke Schorpioen. En we merken niets van het goud dat hij verbergt.

Juist omdat november zich dit jaar vertoonde in de Venus-gedaante van oktober toonde, konden we dat prachtige goud ongestoord gadeslaan, niet gehinderd door kilte en nattigheid, door mist en grijze wolken. Dreigen deed de draak alleen in de kranten, met (onder meer) zijn onheilsberichten over een opwarmende aarde. Maar hoe zou de aarde niet kunnen opwarmen in dit meest erotische aller seizoenen nu hemel en aarde zich met elkaar verenigen en het kind verwekt wordt dat in december geboren zal worden! Wie het hoofd koel hield, kon dit jaar iets opvangen van dit kind. Het verscheen in een onwaarschijnlijke schoonheid, de gouden schoonheid van Scorpio. En het bijzondere van die schoonheid is dat ze begrepen wil worden. Wie er een zintuig voor ontwikkelt, kan in de herfst een stem horen die zegt: begrijp mij, leer mij kennen! Nooit klinkt die stem indringender dan wanneer Scorpio begint. In oktober wil de herfst kunstzinnig gekend worden, ze wil getekend en geschilderd worden. In november wil ze wetenschappelijk gekend worden, ze wil verstandelijk begrepen worden. Maar haar gouden schoonheid en wijsheid toont ze alleen aan een bewustzijn dat verstand en gevoel, kunst en wetenschap op michaëlische wijze in zich verenigt: het bewustzijn van de Schorpioen die als een feniks uit zijn assen verrijst en als een Adelaar weer opstijgt.

De morele zondvloed

  

Als er nog 30 jaar op dezelfde manier gedoceerd wordt aan onze universiteiten, als er nog 30 jaar op dezelfde manier over sociale aangelegenheden gedacht wordt als nu het geval is, dan hebben we over 30 jaar een verwoest Europa. Je kunt nog zoveel idealen op gelijk welk gebied lanceren, je kunt je mond stuk praten over de eisen van deze of gene groep mensen, je kunt geloven dat daardoor iets gedaan wordt voor de toekomst van de mensheid – het zal allemaal tevergeefs zijn als de verandering niet komt vanuit het fundament van de mensenzielen: een denken dat deze wereld verbindt met de geestelijke wereld. Als dit denken er niet komt, dan breekt de morele zondvloed over Europa uit. 

(Rudolf Steiner – GA 194 – Dornach, 14 december 1919)

Ze zullen hem niet temmen!