Kerstmis in Gaza

door lievendebrouwere

Wie deze blog volgt, zal het al wel gemerkt hebben: de werkzaamheden liggen stil. Dit keer is de reden niet van fysieke aard. Geheel onverwacht werd ik overvallen door een gevoel van zinloosheid: a quoi ca sert, waartoe dient het allemaal? Niet toevallig gebeurde dat tijdens het nadenken over Basic Instinct, de film die zoveel voor me betekend heeft en waar eigenlijk alles in vervat zit waarmee ik me de afgelopen dertig jaar heb beziggehouden. Dit moderne mysteriedrama heeft me destijds aan het schrijven gezet en blijkbaar doet het er mij nu ook mee ophouden. Ofschoon mijn enthousiasme voor dit (hedendaagse) kunstwerk nog altijd even groot is, geldt dat ook voor het onbegrip dat het ten deel valt: er is gewoon geen doorkomen aan. Soms denk ik: ik had harder moeten proberen. Maar zou dat enig verschil hebben gemaakt? Er is meer nodig dan enthousiasme om mensen te overtuigen, en dat ‘meer’ heb ik nooit gevonden, het is zelfs verder weg dan ooit.

Toevallig (of niet) valt mijn persoonlijke impasse samen met een veel grotere, mondiale impasse: de oorlog in Gaza. Aanvankelijk stond ik daar niet bij stil, maar hoe meer ik erover ging nadenken, hoe meer ik tot de conclusie kwam dat het in beide gevallen om hetzelfde probleem ging. Dat heeft me doen besluiten nog een laatste keer in de (digitale) pen te kruipen. Wat zich vandaag in Palestina afspeelt is, net als Basic Instinct, een hedendaags mysteriedrama dat niet herkend en begrepen wordt. Het is een oerbeeld, een spiegel van het conflict dat zich afspeelt in de ziel van ieder mens en zolang we niet in die spiegel durven kijken, zal er ook geen vrede komen. De oorlog in Gaza is eenieders zaak. Ieder mens van goede wil kan er zichzelf in herkennen, niet in de laatste plaats de Europese mens, de bewoner van het ‘midden’ van de wereld, de plek waar Oost en West samenkomen. Meer dan wie ook is hij ertoe geroepen de gebeurtenissen in het Heilig Land terug te vinden in zijn eigen ziel en daar vrede te stichten.

Zwei Seelen wonen ach in meiner Brust, schreef Goethe, de Europeaan bij uitstek. Die twee zielen zouden we vandaag ‘de jood’ en ’de palestijn’ kunnen noemen. Ze belichamen een oerpolariteit: joden en palestijnen zijn in oorsprong broers, afstammelingen van de twee zonen van Abraham, Isaak en Ismaël. Ze werden destijds uit elkaar gedreven maar komen vandaag weer samen, alsof de cirkel rond is. Hun hereniging is echter geen vreugdevol weerzien, het is een broedertwist geworden die model kan staan voor alle broedertwisten ter wereld. De joden vormen in zekere zin de speerpunt van het Westen: ze zijn hoog ontwikkeld, bijzonder verstandig en zeer ondernemend. De palestijnen van hun kant zijn moslims, ze vormen de speerpunt van het Oosten en zijn in zowat alles het tegenovergestelde van de joden: laag ontwikkeld, armoedig en fatalistisch. Het lot heeft deze tegenpolen vandaag samengebracht en dwingt hen voor het eerst in hun bestaan om samen te leven.

Dit gedwongen samenleven maakt Palestina tot een spiegelbeeld van de wereld, want daar vindt precies hetzelfde plaats. Door (onder meer) kolonisatie is het Westen doorgedrongen in het Oosten en door (onder meer) moslimmigratie is het Oosten doorgedrongen in het Westen. Beide wereldsferen, tot voor kort zorgvuldig gescheiden, kunnen elkaar niet langer ontlopen: de wereld is een dorp geworden. In Palestina heeft dat tot een militaire konfrontatie geleid: de oorlog in Gaza. In Europa wordt die oorlog gespiegeld door het ideologische conflict tussen links en rechts. Het gaat in beide gevallen om dezelfde dualiteit: links staat voor een vrouwelijk-oosterse benadering van de werkelijkheid en kiest logischerwijs partij voor de palestijnen, rechts vertegenwoordigt de mannelijk-westerse benadering en is bijgevolg pro-Israël. De ideologische strijd is even verbeten als de militaire strijd en heeft ook hetzelfde stadium bereikt: dat van de pat-stelling. Zowel fysiek als geestelijk zit alles muurvast.

Zoals het een spiegelbeeld past, is de verhouding tussen links en rechts het omgekeerde van de verhouding tussen palestijnen en Israëli’s. Deze laatsten beschikken over een verpletterende militaire overmacht en zijn in staat hun tegenstrevers op te sluiten in de openluchtgevangenis die Gaza is. Diezelfde overmacht treffen we ook aan op ideologisch vlak, echter niet bij (pro-Israëlisch) rechts, maar bij links dat vandaag zo sterk is geworden dat het rechts kan opsluiten achter een cordon sanitaire. De linkse overmacht komt tot uitdrukking in de vele pro-palestijnse betogingen die door de Europese en Westerse steden trekken en waarop slogans als from the river to the sea worden geskandeerd. 75 jaar na de concentratiekampen wordt er in Europa opnieuw opgeroepen om joden uit te roeien. En het blijft niet bij woorden: joden worden overal belaagd, ze voelen zich niet langer veilig in Europa. De geschiedenis herhaalt zich, maar dan wel op een bijzonder verwarrende manier.

Zo profileert links zich als de grote bestrijder van fascisme en nazisme, en beroept zich daarvoor in niet geringe mate op de holocaust: nie wieder, dit mag nooit meer gebeuren! Maar wanneer het dan toch weer gebeurt kiest links zonder verpinken partij voor de fascisten van dienst, iets wat we ook al zagen tijdens de coronacrisis. Het doet met andere woorden zelf wat het anderen voortdurend verwijt. Ook bij rechts vinden we die tegenstrijdigheid. Als onderdrukte ideologie kiest het de kant van de joden, de onderdrukten bij uitstek. Maar die ‘onderdrukten’ zijn intussen zelf onderdrukkers geworden: ze hebben de palestijnen opgesloten in een reusachtig concentratiekamp en behandelen hen op dezelfde manier als ze tijdens de tweede wereldoorlog zelf werden behandeld door de nazi’s. Joden die zich als nazi’s gedragen, links dat zich als rechts gedraagt: de verwarring is totaal. Europa zwalpt stuurloos heen en weer, haar morele kompas werkt niet meer.

In plaats van die onmacht onder ogen te zien, klampt het zich vast aan een links of een rechts standpunt en kiest daardoor voor een ideologische strijd die al even uitzichtloos is als de strijd in Palestina. Niemand kan die strijd winnen want beide partijen hebben gelijk en ongelijk. Links wijst Israël aan als hoofdschuldige en eist dat het ophoudt met bombarderen. Op het eerste gezicht valt daar weinig tegen in te brengen: het Israëlische geweld is buitensporig. Maar links verliest één factor uit het oog en dat is de islam. Israël staat niet enkel tegenover het palestijnse volk, het staat tegenover de hele moslimwereld, dat hebben de pro-palestijnse betogingen wel duidelijk gemaakt. Het beeld van de palestijnse David tegenover de Israëlische Goliath moet bijgesteld worden: in werkelijkheid gaat het om een strijd tussen twee reuzen – het islamitische Oosten en het joods-christelijke Westen – en geen van beide is van plan de wapens neer te leggen, wel integendeel. Vrede op aarde is verder weg dan ooit.

Hoe meer we nadenken over het palestijnse conflict, des te dichter komt het bij huis. De oorlog in Gaza zou niet mogelijk zijn zonder de steun die Israël krijgt van Amerika en de steun die de palestijnen krijgen van Iran en elders. Hun strijd is een wereldstrijd die een rechtstreekse erfenis is van een andere wereldstrijd, de tweede wereldoorlog. Zonder holocaust geen Israëlische staat, zonder Israëlische staat geen oorlog in Gaza. De palestijnse kwestie konfronteert Europa met het antisemitisme dat aan de basis lag van de holocaust en dat vandaag weer opleeft. Natuurlijk moet het hedendaagse antisemitisme vooral op rekening van moslims worden geschreven, maar het zijn lang niet alleen moslims die meelopen in de pro-palestijnse betogingen. Er wordt ook nauwelijks gereageerd tegen hun oproepen om de joden uit te roeien. Veel is er dus niet veranderd in de Europese houding tegenover de joden: ze worden nog altijd als vreemden gezien wier lot ons onverschillig laat.

Een en ander doet de vraag rijzen naar de oorzaak van het antisemitisme. Waarom wekken de joden zoveel wantrouwen en agressie op? Meer dan wie ook belichamen ze het intellectuele denken. Joden hebben het hoogste IQ van alle volkeren en zijn dan ook bijzonder succesvol in onze moderne, door het intellect geleide wereld. Geen wonder dat ze nog altijd in de overtuiging leven het uitverkoren volk te zijn. Het antisemitisme is een instinctieve buikreactie op deze zelfverheffing van het joodse ‘hoofd’ dat vanuit zijn ivoren toren neerkijkt op alles wat eronder ligt. Niet toevallig kwam die ‘buik’ tot uitbarsting op het moment dat het intellect zegevierde in Europa. Het antisemitisme was (en is nog altijd) een onbewuste – en daardoor zelfvernietigende – poging om het evenwicht te herstellen tussen ‘boven’ en ‘beneden’. In het moderne Palestina is het een vicieuze cirkel geworden: joden en palestijnen proberen elkaar te vernietigen en vergeten dat ze – net als hoofd en buik – van elkaar afhankelijk zijn.

De oorlog in Gaza is dan ook geen geïsoleerd probleem. Enerzijds is het een herhaling van de geschiedenis: zoals de joden destijds uit Egypte naar het Beloofde Land trokken, zo verlieten de joden in de 20ste eeuw Europa om zich in Israël te vestigen. Anderzijds is deze oorlog een spiegelbeeld van wat zich in ieder mens afspeelt: de strijd tussen instinct en intellect. Zoals de joden momenteel de palestijnen bombarderen, zo ‘bombardeert’ het intellect alles wat instinctief en gevoelsmatig is in de mens. Die oorlogsmodus inmiddels zo vanzelfsprekend geworden dat we er ons niet langer bewust van zijn. We hebben een oorlog als die in Gaza nodig om te beseffen hoe gewelddadig het intellect (en het daarop reagerende instinct) is geworden. Maar dan moeten we natuurlijk wel in die spiegel durven kijken en dat is alleen mogelijk door na te denken. Benaderen we de oorlog in Gaza louter gevoelsmatig, dan volgt er geen zelfherkenning, dan kiezen we hartstochtelijk partij en maken het probleem alleen maar groter.

De oorzaak van het probleem ligt in het intellect en daar moet het ook opgelost worden. Maar de oplossing ligt niet in de terugtrekking van het intellect, ze ligt in het tegendeel ervan: in een verdere ontwikkeling ervan. Het rationeel denkende ‘hoofd’ moet zich weer verbinden met de ‘buik’ waaruit het is voortgekomen. Het denken kan inderdaad gezien worden als een kind dat in onze tijd geboren is, dat zich heeft losgemaakt van zijn moeder en zelfstandig is geworden. Die – nog zeer prille – zelfstandigheid kan het kind echter alleen overleven als het zich weer verbindt met zijn moeder. Dat kan natuurlijk geen terugkeer zijn naar de oude onbewuste band van de zwangerschap. Het moet een nieuwe vorm van samenleven zijn, een bewust samenleven dat uit inzicht ontstaat, want alleen op die manier kan het ‘denkende kind’ zijn zelfstandigheid bewaren. De problematiek van onze tijd is dus eigenlijk een geboorteproblematiek. We leven met andere woorden in een kersttijd …

Er ligt natuurlijk een wereld van verschil tussen het kerstfeest zoals we dat kennen en wat zich momenteel in Palestina afspeelt. Die twee verhouden zich tot elkaar als oorlog en vrede. Maar die voorstelling van zaken is louter gevoelsmatig van aard. Wanneer we kerstmis ook met ons verstand benaderen, dan ontdekken we onderscheid tussen de twee geboorteverhalen uit de bijbel. We zien dan dat in het ene verhaal (dat van Lukas) inderdaad vrede heerst, maar dat in het andere (dat van Mattheus) een kindermoord plaatsvindt. Die vaststelling maakt de kloof tussen kerstmis en de hedendaagse actualiteit al een heel stuk kleiner, want wat zich vandaag in Gaza afspeelt kan met recht en reden een kindermoord worden genoemd. Nu rest ons nog die twee zo verschillende kerstverhalen – het vredige en het gewelddadige – met elkaar te verbinden. In de bijbel gebeurt dat in de tempel van Jeruzalem waar het ik van de ene Jezus overgaat in de ziel van de andere Jezus en beiden één worden.

Deze eenwording van de twee Jezuskinderen was cruciaal voor de menswording van Christus. Hadden de joden dit geheim gekend, dan zouden ze Christus nooit aan het kruis hebben geslagen. Vandaag liggen de verhoudingen omgekeerd: als de joden dit geheim niet leren kennen, zullen ze de Christuswording van de mensheid – en daarmee de vrede op aarde – verhinderen. Met ‘de joden’ wordt hier in de eerste plaats de intellectueel denkende mens bedoeld en de antroposoof in het bijzonder. Want deze laatste is de enige die het geheim van de twee Jezuskinderen kent. De palestijnse kwestie komt nu wel heel dichtbij en dat des te meer wanneer we er ook het zielenthema bij betrekken, het geheim van de oude en de jonge zielen dat Rudolf Steiner onthulde na de Weihnachtstagung, de kerstbijeenkomst die in het teken stond van de verzoening tussen de tegenpolen, de vrede tussen de ‘joden’ en de ‘palestijnen’ binnen de antroposofische vereniging.

Het palestijnse conflict krijgt nu een persoonlijk karakter, want jarenlang heb ik vergeefs geprobeerd om het zielenthema op de antroposofische agenda te krijgen. Hetzelfde heb ik geprobeerd met Basic Instinct, de film die in mijn ogen een kunstzinnige versie is van het geesteswetenschappelijke zielenthema. Het mocht allemaal niet baten. Mijn hele volwassen leven heb ik besteed aan het begrijpen en begrijpelijk maken van dit drieledige geheim – het religieuze (de twee Jezuskinderen), het geesteswetenschappelijke (oude en jonge zielen) en het kunstzinnige (Basic Instinct) – maar het heeft niets opgeleverd. Die mislukking brak me op toen ook de oorlog in Gaza uitbrak en ik kwam tot de vaststelling dat het een het ander weerspiegelt: ook de oorlog in Gaza is het resultaat van een reeks mislukkingen die tot ver in de tijd teruggaan. Ik heb in mijn leven hetzelfde punt bereikt dat ook de wereld bereikt heeft in de palestijnse kwestie: rien ne va plus, niets werkt nog.

En daar sta ik dan: met lege handen. Ik heb het kerstkind dit jaar niks aan te bieden, behalve mijn mislukkingen, mijn falen en mijn onmacht. Maar misschien is het een begin, want een kind kan pas geboren worden wanneer we er plaats voor maken, wanneer er in onszelf een lege ruimte ontstaat. Daarvoor moeten we onszelf terughouden en juist dat is in onze tijd bijna onmogelijk geworden: we willen immers zoveel, ons egoïsme is zo groot geworden dat het onze ziel vervuld heeft van haat en strijdlust. Ons vermogen tot liefde en ons streven naar vrede zijn daar niet tegen opgewassen, integendeel, ze maken de zaken alleen maar erger. We zitten opgesloten in een vicieuze cirkel en alles wat we kunnen doen, is die harde waarheid onder ogen zien: we zijn machteloos als een pasgeboren kind. Misschien is dat wel de enige manier waarop we vandaag nog kerstmis kunnen vieren: door zelf een kind te worden, hulpeloos in het stro liggend, wachtend op zijn moeder …