Brossen voor de bossen (5)
De klimaatbeweging – met de spijbelende scholieren op kop – confronteert ons met een aantal fundamentele vragen. Om te beginnen de waarheidsvraag: is de aarde werkelijk gevaarlijk aan het opwarmen zoals de klimaatactivisten beweren en moeten er drastische maatregelen worden genomen, of schuilt het gevaar juist in dat alarmisme zoals de klimaatsceptici volhouden? Beide partijen klinken overtuigd en overtuigend, maar voor de leek is het onbegonnen werk om hun cijfers, tabellen en grafieken te controleren en te beoordelen. Hoe komen we er dus achter wie gelijk heeft? Het gemakkelijkst is natuurlijk om de meerderheid – de ‘wetenschappelijke consensus’ – te volgen en de kritische minderheid te negeren. Maar voor antroposofen ligt dat een beetje moeilijk want volgens de wetenschappelijke consensus is antroposofie onzin. En homeopathie boerenbedrog. Kinderen kun je dan weer niet genoeg vaccineren, ook daar bestaat een wetenschappelijke consensus over. Of is het een farmaceutische?
De moderne wetenschap is veel te materialistisch om als waarheidscriterium in aanmerking te komen. Wie de jongste ontwikkelingen een beetje volgt, krijgt bovendien de indruk dat een zeer onwetenschappelijke – om niet te zeggen anti-wetenschappelijke – geest zich meester gemaakt heeft van de academische wereld. Het geval James Watson doet alvast het ergste vermoeden. In die academische wereld – waar social justice belangrijker is dan waarheid – is de klimaatwetenschap groot geworden. Alleen al het feit dat ze voortdurend in de spotlights van de media staat, is voldoende om wantrouwig te worden. Ze heeft ook al haar Climategate beleefd waarbij allerlei onfrisse praktijken aan het licht kwamen. En het meest dubieuze is misschien nog wel dat ze één enkele schuldige aanwijst: CO2. Dat klinkt meer als een politiek-correcte praktijk dan als wetenschap. Reden genoeg dus om de bevindingen van de nieuwe consensus-wetenschap met een korreltje zout te nemen.
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat er niks aan de hand is met het klimaat en – vooral – het milieu. Er is heel veel aan de hand en op tal van gebieden dreigt de toestand rampzalig te worden. Denken we maar aan de toenemende droogtes en overstromingen, of aan de bijensterfte en het plasticprobleem. Er is meer dan genoeg om alarm over te slaan. Maar één ding is zeker: we kunnen al die problemen nooit het hoofd bieden als we ophouden met denken. En dat is wat we momenteel lijken te doen. Op gezag van twijfelachtige deskundigen en meegesleept door onbetrouwbare media eisen we drastische maatregelen van een leugenachtige overheid. Intussen zien we een cruciaal onderscheid – dat tussen klimaat en milieu – over het hoofd, met als gevolg dat de spijbelende scholieren hun goede wil aan het klimaat verspillen in plaats van op te komen voor realistischer milieudoelstellingen, zoals – om maar iets te noemen – het redden van de bijen. Als die uitsterven, is het ook met ons gedaan.
Een ander cruciaal onderscheid dat we over het hoofd zien, is dat tussen de waarheidsvraag en de doe-vraag. Wat moeten we doen? Als de aarde inderdaad opwarmt en het is inderdaad de schuld van de mens, dan moet de CO2-uitstoot naar beneden, zoveel is duidelijk. Maar hoe gaan we dat aan boord leggen? Hoe gaan we alle landen ter wereld ertoe brengen hun CO2-productie drastisch terug te schroeven? Want als alleen België het doet, zal het geen enkel verschil maken. Zelfs als heel Europa meedoet zal het nauwelijks iets veranderen. Amerika moet meedoen, en China, en Rusland, en India, want dat zijn de grootste ‘opwarmers’. Hoe gaan we al die grootmachten rond de tafel krijgen om een bindend akkoord te tekenen? En wie gaat toezien op de naleving van dat akkoord? Wat gebeurt er als een land het akkoord niet naleeft? Hoe gaan we het tot de orde roepen? Met een wereldtroepenmacht? Maar wacht eens even, behoren legers niet tot de grootste verbranders van fossiele brandstoffen …?
Anuna De Wever begint haar geduld te verliezen omdat ze al zes keer betoogd heeft en er is nog altijd niets veranderd. Het zou hilarisch zijn ware het niet zo pijnlijk. Bijna 18 is ze, maar ze kent het verschil niet tussen theorie en praktijk. Ze beschouwt de waarheidsvraag als opgelost en begrijpt niet waarom dat niet tot de oplossing van de doe-vraag leidt. Wie vertelt dit naïeve meisje dat een consensus in de wetenschap niet hetzelfde is als een consensus in de politiek? Wie maakt haar duidelijk dat de drastische maatregelen die ze eist de hele samenleving zullen treffen en dat die samenleving daar dus akkoord moet mee gaan? Of wil ze gewoon de democratie afschaffen? Wie legt haar het verschil uit tussen denken en doen? Niemand blijkbaar. Je vraagt je af wat kinderen vandaag nog op school leren. Maar wat wil je, met volwassenen die zelf het noorden kwijt zijn, die geen verschil meer zien tussen wetenschap en politiek, en die er geen graten in zien dat het onderwijs aan politiek doet en de politiek aan opvoeding.
Het mag verontrustend zijn dat de aarde opwarmt, nog veel verontrustender is dat de mens opwarmt en er niet meer in slaagt het hoofd koel te houden. We juichen de scholieren toe in plaats van hen te wijzen op het onderscheid tussen klimaat en milieu. Of tussen wetenschap en politiek. Of tussen droom en werkelijkheid. Het is alsof de grenzen in ons bewustzijn vervagen en we langzaam in slaap vallen zonder het merken. Van jongeren kun je verwachten dat ze dromen zonder rekening te houden met de realiteit, maar als ook de volwassenen met hun hoofd in de wolken lopen, dan wordt het gevaarlijk. Het is alsof de moderne mens weer kind wordt met de kinderen en er stellig op rekent dat pappie en mammie alles weer in orde zullen brengen. Maar de ontwikkeling van het bewustzijn kan niet zomaar omgekeerd worden zonder de grootste ellende te veroorzaken. We kunnen niet meer terugkeren naar de tijd toen het volk nog droomde en alleen de koning wakker was.
Het is een utopie te denken dat de opwarming van de aarde de mensheid ertoe zal brengen al haar geschillen bij te leggen en eensgezind te werken aan de redding van de aarde. Nog nooit was er zoveel onenigheid, nog nooit was de mensheid zo verdeeld, nog nooit was er zoveel wantrouwen en haat. De globalisering van de wereld maakt pas goed duidelijk hoe groot de verschillen zijn, hoe onverzoenlijk de tegenstellingen. Er dreigt een nieuwe Koude Oorlog, dit keer tussen Amerika en China. Er is de jihad van de moslims tegen de ongelovigen. Er zijn de rassenconflicten. Er is de kloof tussen links en rechts. Er is de groeiende animositeit tussen de geslachten. We leven in een wereld waar iedere gemeenschappelijkheid tussen mensen ontkend wordt, waar zelfs gesproken wordt van ‘wit denken’ en ‘feministische wetenschappen’. En in die versplinterde wereld zou binnen de tien jaar een universele eensgezindheid ontstaan? Geen mens die dat gelooft!
En toch. Op het moment dat overal ter wereld de spanningen hoog oplopen, gelooft de moderne mens meer dan ooit dat Alle Menschen Brüder kunnen worden. Hij droomt van een universele broederschap zonder zich iets aan te trekken van de realiteit. Maar juist doordat hij de ogen sluit voor de werkelijkheid verwordt zijn ideaal tot een machtsfantasie. De klimaatbetogers dromen niet van een wereldwijde samenwerking tussen vrije geesten, ze dromen van een sterk gezag dat drastische maatregelen neemt, de schuldigen hard aanpakt en andersdenkenden het zwijgen oplegt. Dat is waar de scholieren om roepen, dat is wat de klimaatbeweging eist. Dat is tussen haakjes ook waar moslimterroristen van dromen: dat ongelovigen de mond worden gesnoerd, dat de hele wereld zich bekeert tot de islam en dat de mensheid uit louter ‘broeders en zusters’ bestaat. Het is geen toeval dat uitgerekend de groene partijen de grootste toegeeflijkheid aan de dag leggen ten aanzien van het islamitische machtsstreven.
Idealisme en machtsstreven, het is een zoveelste onderscheid dat niet gemaakt wordt. Wat maakt de moderne mens tot zo’n onverbeterlijke dromer? Waarom blijft hij onverminderd in utopieën geloven, ook al hebben ze in de vorige eeuw de wereld tot een hel gemaakt? Waarom wil hij maar niet wakker worden? Misschien vinden we een antwoord op die vraag als we de aandacht richten op een ander onderscheid. Het kan niemand ontgaan zijn dat spijbelende scholieren bezield en geleid worden door louter meisjes: Greta Thunberg, Anuna De Wever, Kyra Gantois, Stella Van de Velde, Hanne De Guytenaer, enzovoort. Jongens komen er niet aan te pas. Ze lopen wel mee in de betogingen, maar dat is dan ook alles wat ze doen: meelopen. Ook de reacties op de betogingen zijn vrouwelijk, om niet te zeggen moederlijk: vol empathie, warme steun en aanmoediging. De ‘stoute kindertjes’ worden in bescherming genomen tegen de strenge ‘vaderlijke’ kritiek. Die wordt afgedaan als een teken van verzuring, een aanslag op het zuivere idealisme van de jeugd.
De scholierenbetogingen weerspiegelen de machtsverhoudingen in het lager en middelbaar onderwijs. Dat is de laatste 50 jaar nagenoeg compleet ‘vervrouwelijkt’: mannelijke leerkrachten zijn bijna niet meer te vinden. Soms is de klusjesman nog de enige man die in een school werkzaam is. Dit fenomeen beperkt zich overigens niet alleen tot het onderwijs: vrouwen zijn op alle gebieden aan een opmars bezig. De hele moderne wereld is in snel tempo aan het ‘vervrouwelijken’. Na duizenden jaren van patriarchaat, vrouwenonderdrukking en mannelijk geweld (onder meer tegen moeder Natuur) is dat een begrijpelijke en zelfs noodzakelijke reactie. Maar deze inhaalbeweging gaat gepaard met zoveel agressie en wraakzucht dat ook hier het ideaal – de gelijkheid van man en vrouw – nauwelijks nog te onderscheiden valt van het machtsstreven. Sinds de metoo-beweging is de jacht op mannen geopend en spreekt men van ‘toxische mannelijkheid’ alsof mannelijkheid een vergif is waarvan de wereld gezuiverd moet worden.
Mannen zijn inderdaad verantwoordelijk voor bijna alle geweld dat de wereld ooit getroffen heeft. De klimaatbeweging is een strijd tegen één van de gevolgen van dit mannelijk geweld. In groene kringen leeft deze anti-mannelijkheid heel sterk: men is het er roerend over eens dat de aarde beter af zou zijn zonder de mens. Ten aanzien van de natuur is de mens wat de man is ten aanzien van de vrouw: een afwijking, een afsplitsing, een kind dat zich tegen zijn moeder keert. Mannelijkheid is synoniem met dualisme, verdeeldheid, onenigheid, wrijving, botsing, geweld. Vandaar ook dat sommige feministen ervoor pleiten om het voortaan zonder mannen te doen: de wereld kan er alleen maar beter van worden. Vandaar ook dat groene jongens proberen de natuur ‘in zijn oorspronkelijke staat te herstellen’. Vandaar ook dat links probeert om rechts uit te schakelen (want links is vrouwelijk en rechts is mannelijk). De ‘vervrouwelijking’ van de moderne wereld blijkt in hoge mate een ont-mannelijking te zijn.
Dat is opnieuw een reactionaire beweging, een poging om de ontwikkeling om te keren, want die gaat van vrouwelijk naar mannelijk. Ieder mens is oorspronkelijk vrouwelijk, pas in de loop van zijn ontwikkeling treedt de scheiding der geslachten op. Aan deze ‘vermannelijking’ van de mens hebben we onze vrijheid te danken en ook ons vermogen om lief te hebben. We betalen er wel een zware prijs voor, maar op de een of andere manier bezit ‘het mannelijke’ het vermogen om zijn eigen gewelddadigheid te overwinnen, iets wat van moeder Natuur niet kan gezegd worden. De vrije samenleving – waarin fysiek geweld vervangen is door de botsing van ideeën – is een ‘mannelijke’ prestatie. Deze choc des idées is nog altijd een vorm van geweld, maar het is toch al een enorme stap vooruit, een stap die de hele wereld ons benijdt. Maar de vervrouwelijking – of beter ontmannelijking – van de moderne samenleving dreigt deze stap weer ongedaan te maken.
De klimaatbeweging wijst ideëel geweld af: ze weigert het debat, beschouwt andersdenkenden als halve misdadigers. Dat veroorzaakt een roes van eensgezindheid en solidariteit waarop echter vroeg of laat de kater zal volgen. Tijdens een klimaatconferentie in Brussel werd premier Michel onderbroken door activisten van Extinction Rebellion die schreeuwend eisten dat de noodtoestand werd afgekondigd. Dat is nog een stap verder dan de drastische maatregelen waar de scholieren om vragen. Het is een pleidooi om de democratie af te schaffen. Geen wonder dat Michel stond te glunderen: het is de natte droom van iedere machthebber dat de bevolking hem volmachten geeft. Hoe kinderlijk naïef is het niet om te geloven dat deze volmachten niet misbruikt zullen worden, dat ze de bevolking ten goede zullen komen, dat ze de wereld zullen redden. Dergelijk geloof is gewoon zelfvernietigend gedrag. In de ‘vervrouwelijking’ van de wereld is een kwaadaardige geest geslopen die van de utopische dromen apocalyptische nachtmerries wil maken.
Gisteren was Greta Thunberg in Brussel, het autistische meisje dat dankzij haar klimaatactivisme uit een diepe depressie kroop. Men mag er niet aan denken in welke depressie ze terecht zal komen als haar dromen niet blijken uit te komen. De betogersaantallen lopen zichtbaar terug. Sommige scholieren gaan reeds betogen uit protest tegen het feit dat ze verplicht worden om te gaan betogen. Sommige scholen beschouwen het als spijbelen als leerlingen niet willen spijbelen. Het begint stilaan lachwekkend te worden en hopelijk komt er vlug een eind aan deze klimaatwaanzin. Wat we meemaken is een soort massale black out, een collectieve bewustzijnsverdoving bij het blanke, intellectuele, welgestelde deel van de bevolking. Dat is veel verontrustender dan de opwarming van de aarde. Rudolf Steiner wees honderd jaar geleden reeds op het gevaar van dit ‘slaapwandelen’ en steeds weer maande hij ons aan om wakker te blijven. We moeten ons niet verzetten tegen het kwaad, zei hij, we moeten het doorzien.