Marilyn en Steiner

  

 

Enkele jaren voor haar dood in december 1964, verbleef de Engelse dichteres Edith Sitwell in Hollywood. Een maandblad had een ontmoeting geregeld met Marilyn Monroe in de hoop dat de combinatie van twee zo tegengestelde persoonlijkheden journalistieke gensters zou opleveren. Niemand had echter kunnen voorzien dat beide vrouwen onmiddellijk vrienden zouden worden, en nog minder dat hun gesprek zou gaan over Rudolf Steiner wiens autobiografie Marilyn Monroe toen aan het lezen was. In haar eigen autobiografie beschreef Edith Sitwell Marilyn Monroe als ‘rustig, met een grote natuurlijke waardigheid en uiterst intelligent’. ‘Tijdens onze ontmoeting’, schreef ze, ‘droeg Marilyn een groen kleed, en met haar blonde haar zag ze eruit als een vlinder. In rust had haar gezicht bij momenten iets vreemd tragisch, als het gezicht van een prachtige geest, een kleine lente-geest, een onschuldige vruchtbaarheidsgodin.’ Marilyn Monroe had Steiner leren kennen door haar favoriete toneelleraar Michaël Tsjechov, de neef van de schrijver. Ze zoog de antroposofie op als een spons, en Tsjechov voelde dat ze het niet deed om hem te behagen maar omdat het één van de zeldzame dingen in haar leven was die ze werkelijk vanuit zichzelf deed.

(Bron: anthropopper.wordpress.com)