Zoek de fout
Bovenstaande foto werd genomen tijdens de ‘wake’ die afgelopen zondag in Gent werd gehouden ter herdenking van de slachtoffers van de terreuraanslagen in Parijs. Wat klopt er niet aan deze foto? U zult het misschien niet durven zeggen (of zelfs niet durven denken) en daarom zeg ik het voor u: het is die hoofddoek. Een fundamentalistische moslima die eer komt betuigen aan de slachtoffers van … fundamentalistische moslims? Dat is als een neo-nazi die in uniform een herdenking van de slachtoffers van Auschwitz komt bijwonen.
Ja maar, zult u zeggen, dat is een volkomen misplaatste vergelijking! Die brave mevrouw fundamentalistisch noemen enkel maar omdat ze een hoofddoek draagt? Kom nou! Wel, laat ik dan eens de vraag stellen: waarom draagt ze die hoofddoek? Om openlijk haar geloof te belijden? Maar waarom zou ze dat doen? Er heerst in Europa godsdienstvrijheid, iedereen mag hier het geloof belijden dat hij wil en daarom voelt ook niemand nog de behoefte om ostentatief als christen, jood, boeddhist, hindoeist of wat dan ook rond te lopen. Behalve moslima’s. Die springen er overal uit. Door hun hoofddoek, hun sluier en/of hun lange gewaden willen ze zich onderscheiden van alles en iedereen.
Ze zijn nochtans niet verplicht om een hoofddoek te dragen. De islam vraagt dat niet van hen. Heel wat moslima’s dragen er dan ook geen, zonder dat het iets afdoet aan hun geloofsovertuiging. Door er wél een te dragen veroorzaken moslima’s problemen, het soort problemen dat altijd en overal ontstaat als je je nadrukkelijk ‘anders’ gedraagt of kleedt. Moslima’s ergeren veel mensen met hun hoofddoek, maar toch blijven ze hem dragen. Ze blijven – zonder woorden – luid roepen: wij zijn moslims, wij zijn anders dan jullie, wij willen niet zijn zoals jullie! En dat zou ik niet fundamentalistisch mogen noemen?
Neo-nazi’s doen toch precies hetzelfde? Door hun outfit en hun hakenkruisen geven ze te kennen dat ze anders willen zijn dan iedereen. Ze choqueren, ze veroorzaken problemen, ze roepen afkeer op. Precies zoals de moslima’s. Ja maar, zult u zeggen, die moslima’s doen toch geen mens kwaad? Nee, maar die neo-nazi’s ook niet. Ze zien er een beetje vervaarlijk uit, maar zo zien motards en heavy-metalfans er ook uit. Niemand ziet een reëel gevaar in hen, niemand gelooft ernstig dat het nazisme weer kan herleven. De linkse jongens houden dat spookbeeld natuurlijk gretig in leven want zonder vijandbeeld kunnen ze niet leven. Nee, ik zie geen wezenlijk verschil tussen moslima’s en neo-nazi’s.
Ja maar, zult u volhouden, je kunt de islam toch niet vergelijken met het nazisme! Nee, dat klopt. De islam heeft veel meer slachtoffers op zijn geweten dan de nazi’s. Maar dat bedoelt u natuurlijk niet. U bedoelt dat de meeste moslims brave mensen zijn en dat het alleen een paar extremisten zijn die de boel verzieken. Maar dacht u dan dat alle nazi’s destijds bloeddorstige monsters waren? De meesten waren brave mensen zoals u en ik, mensen die geloofden in hun führer zoals moslims geloven in hun profeet. Ze waren ervan overtuigd dat de aberraties die het nazisme in een kwaad daglicht stelden, het werk waren van extremisten, van mensen die het niet verdienden om nazi genoemd te worden.
U bent nog niet overtuigd. U kunt in die vriendelijke, bescheiden moslima’s echt geen gevaar zien. Maar het gevaar zit ook niet in die moslima’s als mens, het gevaar zit in hun geloof, in de overgave en toewijding waarvan hun hoofddoek getuigt. Want die toewijding gaat heel ver: ze maakt moslima’s tot … martelaren. Niet op de fysiek-mannelijke manier van de jihadi’s en de terroristen, maar op een vrouwelijke manier. Moslima’s zien ervan af om zich mooi te maken, ze verbergen zich onder hoofddoeken, sluiers en lange gewaden. Dat is voor een vrouw geen gering offer. De hoofddoek werkt ook nefast op hun sociale leven: andere mensen mijden hen, wantrouwen hen, voelen afkeer voor hen. Ook in hun school- en beroepsleven is hij een handicap. Altijd weer komt die hoofddoek roet in het eten strooien, altijd weer maakt hij de moslima’s tot outcasts, tot vrouwen die er niet bij horen. Maar desondanks blijven ze vrijwillig die hoofddoek dragen, want ze willen lijden voor hun geloof, ze willen martelaren zijn. En dat is een enorme kracht, een kracht die Europa niet meer bezit.
Wat die kracht tot een gevaar maakt, is echter niet het martelaarschap op zich. Het is het feit dat het altijd gepaard gaat met terreur. Door een hoofddoek te dragen terroriseren moslima’s andere moslima’s. Ze geven te kennen dat vrouwen die geen hoofddoek dragen toch maar sletten zijn, geen echte moslima’s dus. Hoe groot de druk is die ze op die manier uitoefenen hebben de scholen ondervonden en daarom hebben ze de hoofddoek ook verboden, tegen alle politieke correctheid in. Maar de subtiele terreur van de moslima’s werkt ook nog op andere manieren. Al die hoofddoeken in de straten herinneren er de Europeanen voortdurend aan dat er tussen hen mensen rondlopen die hun manier van leven afkeuren, die er niet aan denken om zich aan te passen. Voortdurend eisen moslima’s rechten op die anderen niet hebben. Ze wekken daardoor niet alleen onvrede, ze trekken ook het maatschappelijke weefsel scheef. Met hun hoofddoek snoeren ze anderen ook de mond. Die hoofddoek zegt namelijk: let op je tellen, anders word je beschuldigd van racisme, dicriminatie of erger.
De moslim-martelaar offert niet alleen zijn eigen leven (zoals de christelijke martelaar dat doet), hij offert ook altijd andermans leven. Zijn offer is een daad van liefde (voor God) maar tegelijk ook een uiting van haat (jegens de goddelozen). Het martelaarschap van moslims en moslima’s heeft dus twee gezichten: een liefdevol en een haatdragend. We zien een liefdevolle, vriendelijke, bescheiden moslima met een hoofddoek en we denken: wat voor kwaad kan daar nu in schuilen! Maar we vergeten dat de hoofddoek ook een keerzijde heeft: hij is een subtiele maar reële vorm van terreur. En wat voor de hoofddoek geldt, geldt ook voor de islam. Deze godsdienst heeft twee gezichten: een onschuldig en een kwaadaardig. Het is de godsdienst van de vrede, maar het is ook de godsdienst van de oorlog. De foto’s van IS-strijders die we in de kranten zien, tonen ons onschuldige, lachende jongensgezichten. Maar het zijn wel deze ‘onschuldige kinderen’ die zich te buiten gaan aan de gruwelijkste misdaden.
Goed en kwaad, vrede en oorlog, liefde en haat: in de islam gaan ze naadloos in elkaar over. Het christendom is niet beter, vreedzamer of liefdevoller dan de islam, maar het maakt wél onderscheid. De tegenpolen vloeien er niet in elkaar over, ze staan duidelijk afgetekend naast elkaar. Dat komt al tot uitdrukking in de bijbel en de koran. De bijbel bestaat uit twee aparte boeken: het Oude Testament is bijzonder gewelddadig, het Nieuwe Testament is volkomen geweldloos. Ook de koran kent deze tegenstelling: het bestaat uit de gewelddadige Medina-verzen en uit de geweldloze Mekka-verzen. Maar die staan allemaal door elkaar, ze zijn niet duidelijk van elkaar gescheiden. De koran is één boek, één geheel. Er is in de islam ook maar één God. Er is ook maar één profeet, en hij vertoont hetzelfde dubbele gezicht als de hele islam: enerzijds de vredelievende mysticus, anderzijds de oorlogszuchtige legeraanvoerder.
Westerlingen maken graag onderscheid tussen beide polen: ze zien gematigde moslims en fundamentalistische moslims, een vreedzame islam en een oorlogszuchtige islam. Maar ze vergeten dat die polen samenhoren, dat ze één geheel vormen. Moslims zelf maken dat onderscheid niet. Ze zijn er heel duidelijk in: er is maar één islam, zoals er maar één God is, en één profeet. En er zijn ook geen twee soorten moslims, er zijn alleen moslims en niet-moslims. De Gentse moslima op de foto hierboven zal de Parijse terroristen zeker niet als fundamentalistische moslims zien, want dat zou betekenen dat ze de koran strikter in de praktijk brengen en dus betere moslims zijn dan zijzelf. Ze zal zichzelf ook niet als een gematigde moslim zien, want dat zou betekenen dat ze het niet zo nauw neemt met de koran. Nee, er is in haar optiek maar één soort moslims: goede, vredelievende moslims. Zo stond het ook in de open brief die een moslim onlangs schreef naar aanleiding van de aanslagen: ‘Ik ben moslim, en dat betekent dat ik vrede in mij draag. Waarom moet ik dan nog verklaren dat ik tegen terrorisme ben?’ Hij zag geen enkel verband tussen moslims en terrorisme.
Moslims – en dat blijkt telkens weer opnieuw – ontkennen het dubbele gezicht van de islam. Ze zien de islam als de godsdienst van de vrede, en alles wat geen vrede is heeft niks met de islam te maken. Als moslims geweld plegen, dan is dat niet omdat er haat in hun ziel leeft, maar omdat ze God liefhebben en hem verdedigen wanneer hij aangevallen wordt. Daarom hebben moslims ook nergens schuld aan. Als zij agressief zijn, arm zijn, geen werk hebben, stelen of verkrachten, dan is dat altijd de schuld van de anderen die hen aanvallen, discrimineren, kleineren of verleiden. Moslims zijn altijd slachtoffers, ook als ze daders zijn. Moslims leven ook altijd in vrede, zelfs wanneer ze de hele wereld aanvallen. Hun aanval is immers een verdediging, want al wie geen moslim is, valt de islam aan, gewoon door geen moslim te zijn. Ieder mens wordt immers geboren als moslim: als hij christen, jood, boeddhist, atheïst of wat dan ook wordt, dan verzet hij zich tegen zijn moslim-zijn, dan beledigt hij zijn Schepper.
Moslima’s dragen hun hoofddoek om zich te ‘verdedigen’, niet tegen vrijpostige mannen, maar tegen ongelovigen. Ze zien in iedere niet-moslim immers iemand die de islam aanvalt. Als vrouw kunnen ze de wapens niet opnemen tegen al het ‘geweld’ dat hen hier omringt, maar ze kunnen wel duidelijk tonen: wij wijken niet, wij staan pal voor onze God en onze profeet. De moslima op de foto was misschien wel op de Gentse wake om de slachtoffers te herdenken, maar ze was er ook om de islam te verdedigen, om duidelijk te maken dat de islam niets met terrorisme te maken heeft. Ze gedroeg zich met andere woorden als een neo-nazi die door zijn aanwezigheid op een Auschwitz-herdenking wil aantonen dat de jodenvervolging niets met het echte nazisme te maken had, dat ze het werk was van terroristen die voorwendden nazi’s te zijn.
We vinden het gedrag van de neo-nazi ongepast en dat zouden we hem ook duidelijk maken. Maar zou er tijdens de Gentse wake iemand de moslima gevraagd hebben om haar hoofddoek af te doen, uit respect voor de slachtoffers, uit solidariteit met de geterroriseerde Europeanen? Waarschijnlijk is niemand zelfs maar op het idee gekomen. Waarschijnlijk was iedereen juist blij met haar aanwezigheid. Hoe komt dat? Waarom zou een neo-nazi woedend worden weggejaagd terwijl een gehoofddoekte moslima hartelijk wordt verwelkomd? Vanwaar dat scherpe onderscheid tussen twee mensen die in wezen precies hetzelfde doen? Gaat het hier om een collectief Stockholmsyndroom waarbij slachtoffers zich identificeren met de daders? Waarschijnlijk, maar dat syndroom is geen verklaring, het is een naam. Waarom identificeren Europeanen zich zo sterk met moslims, met mensen dus waardoor ze – voorlopig nog een ‘vrouwelijke’ maar langzaam ook op een ‘mannelijke’ manier – geterroriseerd worden? Waarom haast iedereen zich na een moslimaanslag om te verklaren dat het geweld niets met de islam te maken heeft?
Laat ik een gedachten-experiment doen. Stel dat er op de wake in Gent of waar dan ook tientallen gehoofddoekte moslima’s aanwezig waren geweest. Zou dat kwaad bloed hebben gezet? Hoogst onwaarschijnlijk. De herdenkingen golden de slachtoffers, niet de daders. Maar stel nu eens dat er op zo’n wake ook tientallen – duidelijk herkenbare – Vlaams Belangers waren geweest. Hoe zou men dan gereageerd hebben? De wake in Gent was een links, multicultureel initiatief. Dat kon je ook merken aan de deelnemers: verschillende BV’s, mensen uit de culturele kringen. En die lusten Vlaams Belangers rauw. Als Vlaams Belang, Pegida of andere moslimkritische organisaties ergens betogen, komt er altijd heibel van. De linksen pikken dat rechtse gedoe niet. En dus vermoed ik dat men in Gent – minstens – verstoord zouden gereageerd hebben op de aanwezigheid van rechts. Het zou geen vreedzame wake zijn gebleven, zelfs niet als de ‘rechtsen’ precies hetzelfde zouden gedaan hebben als de ‘linksen’, dat wil zeggen: een kaarsje aansteken, een bloem neerleggen.
Om een lang verhaal kort te maken, de linkse, culturele, intellectuele kringen – de maatschappelijke bovenlaag zeg maar – gedragen zich net als moslims: hun hart is vervuld van liefde en zij prediken vrede. Als ze zich agressief gedragen is dat enkel en alleen omdat ze aangevallen worden door extreem-rechts, door de cultuurbarbaren, door de ‘onderbuik’ van de samenleving. Ze willen helemaal geen geweld gebruiken, maar ze kunnen niet anders, ze worden ertoe gedwongen door hun liefde voor de beschaving, voor de mensheid, voor de wereld. Daarom moeten ze zich verdedigen tegen het fascisme, tegen het racisme, tegen de onverdraagzaamheid, tegen de haat, tegen de discriminatie, tegen de islamofobie, tegen de homofobie, kortom tegen het kwaad. Ze strijden tegen de draak, ze voeren een heilige oorlog tegen … iedereen die niet links is, die niet is zoals zij. Want de zogenaamde ‘rechtsen’ zijn geen neo-nazi’s, geen fascisten, geen terroristen. Het zijn gewoon mensen zoals u en ik. Maar ze hebben één groot gebrek: ze zijn niet links. Het zijn ‘ongelovigen’, ze weigeren in te zien dat links, en links alleen, staat voor liefde en vrede. Ze erkennen de linkse God niet, ze begrijpen niet dat er pas vrede op aarde kan heersen als iedereen die God aanbidt, als iedereen zich bekeerd heeft tot het linkse gedachtengoed.
Uit het feit dat de Gentse wake vreedzaam verliep, maak ik op dat er geen zichtbare ‘rechtsen’ waren. Er was alleen een zichtbare moslima en die werd in de armen gesloten omdat ze van hetzelfde geloof is, het geloof in het Ene, het geloof dat alle dubbelheid ontkent. Net zoals de islam geen ander geloof naast zich duldt, zo duldt ook links geen andere politieke overtuiging naast zich. Het idee dat links en rechts zouden samenwerken, is … des duivels. Het idee dat er in de menselijke samenleving twee of meer godsdiensten zouden kunnen bestaan, is een slag in het aangezicht van Allah en dient gewroken te worden. Bij die wraakneming dient de moslim zowel als de linkse zich te verzetten tegen de verleiding dat al dat geweld niet nodig zou zijn en dat hij dus schuld zou hebben aan de bloedbaden die hij aanricht. Nooit mag hij schuld bekennen, want dan valt hij Allah af, dan faalt zijn liefde voor God en de mensheid. Nooit mag hij in zijn ziel iets anders vinden dan liefde en vrede. Want het kwaad leeft niet in de ziel van de rechtschapene, het leeft in de ziel van de verdoemde, de ongelovige, de niet-linkse. Moslims kunnen zich niet bewust worden van het kwaad dat ze in de wereld aanrichten, want dan houden ze op moslim te zijn. Links moet stekeblind blijven voor het bloedbad dat het in de vorige eeuw heeft aangericht, anders kan het niet links blijven.
Er is geen verschil tussen het geloof van de moslim en de politieke overtuiging van links. Het is precies hetzelfde. En de kern ervan wordt gevormd door het gebrek aan bewustzijn van … Christus. Want Christus is degene die de tegenstellingen overbrugt. Hij is degene die de brug slaat tussen God en mens. Hij is het alternatief voor zowel gelovigen als ongelovigen, voor zowel links als rechts. Zonder Christus – niet als een religieus begrip maar als een geestelijke realiteit – kan links zich geen samenwerking met rechts voorstellen. Zonder Christus kan de moslim geen ander geloof naast zich accepteren. Zonder Christus kan niemand de zwei Seelen in seinem Brust niet onder ogen zien. Zonder Christus is de mens gedoemd het kwaad alleen in anderen te zien. Zonder Christus kan hij zich niet schuldig voelen zonder tegelijk de knie te buigen voor anderen. De moslimterreur kan niet los worden gezien van de linkse terreur in het Westen. Ze zijn één en hetzelfde wezen, een antichristelijk wezen dat in de moslimterreur zijn ahrimanische kop laat zien en in de linkse ‘oproepen’ tot vrede, liefde en solidariteit zijn luciferische kop.
Ik twijfel er niet aan dat er de afgelopen dagen christelijke herdenkingen hebben plaatsgevonden, ‘christelijk’ in de zin van deemoedig, berouwvol, medelevend. Zonder eigenliefde, zonder wraakzucht, enkel medelijdend met het lijden overal ter wereld. Dat soort herdenkingen zullen er zeker geweest zijn en ze vormden waarschijnlijk de grondslag voor alle herdenkingen. Maar ik twijfel er evenmin aan dat ze, zoals in Gent, vaak vermengd werden met de antichristelijke geest – zowel van westerse zijde als van moslimzijde – de geest die zegt: hier hebben wij geen schuld aan, wij zijn zo niet, hier hebben wij niks mee te maken, het zijn ‘de anderen’ die dit op hun geweten hebben. Dat lees ik af aan die hoofddoek én aan het feit dat niemand daar een opmerking over maakte. Ik kan natuurlijk niet in de ziel van de zwarte moslima en de blonde mevrouw met de bloem kijken. Misschien werden zij allebei bewogen door Christus. Maar ik zou het toch overtuigender hebben gevonden als die moslima voor één keer haar hoofddoek had afgedaan en als de linkse BV’s voor één keer een Vlaams Belanger hadden omhelsd. En nog veel overtuigender zou ik het vinden als ze dat altijd zouden doen. Zolang moslima’s hun hoofddoek blijven dragen, geloof ik hen niet. Zolang linksen rechts blijven demoniseren (of omgekeerd) geloof ik hen evenmin. En is geloof niet juist wat we op dit moment het meest nodig hebben, niet in religieuze zin, maar in de zin van wederzijds vertrouwen?